Gebruiksaanwijzing SONICfill 2010 - 1.007.7400
4 Ingebruikname | 4.1 Aansluiting op apparaten
4 Ingebruikname
De SONICfill 2010 kan samen met een MULTIflex koppeling worden aangesloten op
elke turbineslang van een behandelunit.
Gevaar door niet-steriele producten.
Infectiegevaar voor behandelaar en patiënt.
▶ Het medisch hulpmiddel voor de eerste ingebruikname steriliseren en vervolgens
overeenkomstig de medische toepassing, de landelijke voorschriften en wettelijke
bepalingen na elk gebruik conditioneren.
4.1 Aansluiting op apparaten
Beschadiging door verontreinigde en vochtige koellucht.
Verontreinigde en vochtige koellucht kan functiestoringen en voortijdige lagerslijtage
tot gevolg hebben.
▶ Er moet in elk geval steeds voor droge, schone en niet-gecontamineerde koel‐
lucht volgens EN ISO 7494-2 worden gezorgd.
4.2 MULTIflex koppeling monteren
▶ MULTIflex (LUX)/ MULTIflex LED-koppeling op de turbineslang schroeven en met
sleutel vastdraaien.
4.3 O-ringen controleren
Ontbrekende of beschadigde O-ringen.
Functiestoringen en voortijdige uitval.
▶ Ervoor zorgen, dat alle O-ringen op de koppeling aanwezig en onbeschadigd zijn.
Aantal aanwezige O-ringen: 5
4.4 Druk controleren
Voor het gebruik van het SonicFill handstuk is een aandrijfdruk van ten minste 3 bar
gemeten op het handstuk nodig. 3,5 bar is ideaal. Bij een instelling tussen 3,5 - 4,2
bar wordt de aandrijflucht in het SonicFill-handstuk automatisch gereduceerd. Het
luchtverbruik bedraagt ca. 20 tot 40 Nl/min. Plaats de testmanometer tussen de MUL‐
TIflex koppeling en het SonicFill handstuk. Reguleerring op stand 5 instellen.
Weergegeven drukwaarde bij:
▪ - Aandrijflucht T.R. = 3 - 4.2 bar
▪ Retourlucht R.L. < 0.4 bar
▪ Water en spraylucht zijn echter niet nodig.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
OPGELET
10 / 22