Montagehoogte buitenboordmotor bepalen
De volgende hoogte-instellingen voor de montage van de buitenboordmotor zullen goed werken op de meeste
installaties, maar omdat boot- en/of rompmodellen onderling verschillen, dient u de instelling te controleren door
een proefvaart met de boot te maken. Zie Watertest.
•
Als de motor te hoog op de spiegel wordt gemonteerd, zal de waterinlaat lucht naar binnen zuigen, wat
tot cavitatie leidt. (Bij cavitatie zal de motor bij vlagen overtoeren maken, waardoor de stuwkracht
afneemt). Dit kunt u voorkomen door de motor op de juiste hoogte af te stellen.
•
Bij een te lage afstelling op de spiegel zal de motor te veel afremmen.
BOTEN MET EEN "V"-VORMIGE ROMPBODEM
1.
Meet de breedte van de voorrand op het waterinlaathuis. Maak een horizontale lijn op de spiegel vanaf
de "V"-vormige bodem, over dezelfde lengte als de breedte van het waterinlaathuis.
a -
Horizontale lijn
2.
Plaats (centreer) de buitenboordmotor op de bootspiegel. Stel de hoogte van de buitenboordmotor zo af
op de spiegel dat de voorkant van het waterinlaathuis op één lijn staat met de horizontale lijn die u bij
stap 1 hebt gemaakt. Klem de motor tijdelijk in deze stand op de spiegel.
3.
Bevestig de buitenboordmotor op deze hoogte op de spiegel. Zie Buitenboordmotor bevestigen.
BOTEN MET EEN PLATTE ROMPBODEM
1.
Plaats (centreer) de buitenboordmotor op de bootspiegel. Stelde hoogte van de buitenboordmotor zo af
op de spiegel dat de voorkant van het waterinlaathuis op één lijn staat met de onderkant van de boot,
zoals afgebeeld. Klem de motor tijdelijk in deze stand op de spiegel.
MOTOR INSTALLEREN
a
b
b -
Breedte voorrand waterinlaathuis
75
22401
22403