BELANGRIJK: Als er geen water uit de waterpomp-indicatieopening komt, zet u de motor af en controleert u
of de koelwaterinlaat verstopt is. Als er geen verstopping is, kan dit betekenen dat de waterpomp defect is of
dat het koelsysteem verstopt is. Dit heeft oververhitting van de motor tot gevolg. Laat de buitenboordmotor
door uw dealer nakijken. Als de motor wordt gebruikt in oververhitte toestand loopt hij schade op.
Motor starten – Modellen met stuurknuppel
Voordat u de motor start, moet u de 'Controlelijst vóór het starten', de 'Speciale bedieningsinstructies' en de
'Procedure voor het inlopen van de motor' in het gedeelte 'Bediening' lezen.
U mag de buitenboordmotor nooit starten of laten lopen (zelfs kortstondig) zonder dat het waterinlaathuis in
het water is, om schade aan de waterpomp (droog lopen) of oververhitten van de motor te voorkomen.
NB: Als de brandstoftank van de buitenboordmotor helemaal leeg is geweest of als de motor lang was opslagen,
zal de motor pas starten na herhaalde pogingen, omdat het brandstofsysteem ontlucht moet worden.
1.
Open de ontluchtingsschroef van de brandstoftank (in de vuldop) op brandstoftanks met handbediende
ontluchting.
2.
Knijp enkele keren in de benzinepompbal totdat deze hard aanvoelt.
3.
Zet de noodstopschakelaar op RUN (LOPEN). Zie Algemene informatie – Noodstopschakelaar.
4.
Zet de greep op de stuurknuppel in de stand voor neutraalstart
BEDIENING
OPGELET
!
19791
N
START
N
40
19748
19779
24834