6 - TOEPASSINGSGEGEVENS
6.1 - Bedrijfslimieten
30XW-PZE/30XWHPZE
Verdamper
Intredetemperatuur bij opstarten
Uittredetemperatuur tijdens bedrijf
Intrede-/uittredetemperatuur verschil bij vollast
Condensor
Intredetemperatuur bij opstarten
Uittredetemperatuur tijdens bedrijf
Intrede-/uittredetemperatuur verschil bij vollast
(1) Bij wateruittredetemperaturen beneden 3,3°C moet een antivries-oplossing
worden toegepast (optie 8).
(2) Bij lagere condensortemperaturen moet een condensor waterregelklep (tweeweg-
of driewegklep) worden toegepast. Zie optie 152 om de correcte
condensatietemperatuur te garanderen.
(3) Zie optie 150 voor toepassingen met een hoge condensor uittredetemperatuur
(tot max. 70°C).
Opmerking: Omgevingstemperaturen: Tijdens opslag en
transport (ook per container) zijn de minimum en maximum
toelaatbare temperaturen -20°C en 70°C.
70.0
65.0
60.0
55.0
50.0
45.0
40.0
35.0
30.0
25.0
20.0
15.0
10.0
5.0
0.0
5.0
Condensorwateruittredetemperatuur, °C
Van ca. 45% tot vollast
Deellastlimiet ca. 35%
Minimum belastingslimiet ca. 15%
6.2 - Minimum koudwaterdebiet
Het minimum koudwaterdebiet van de unit is vermeld in de tabel
in hoofdstuk 7.6.
Als het systeemdebiet minder is dan het minimum debiet van de
unit, moet een deel van het verdamperdebiet worden gerecirculeerd,
zoals aangegeven in het schema.
Voor minimum koelmachinedebiet
Verklaring
1
Koeler
2
Recirculatie
Minimum Maximum
-
3,3°C
(1)
2,8 K
13,0°C
(2)
19,0°C
(2)
55,0°C
2,8 K
10.0
15.0
20.0
1
2
6.3 - Maximum koudwaterdebiet
Het maximum koudwaterdebiet wordt beperkt door het toegestane
drukverlies in de verdamper. Dit staat aangegeven in de tabel in
hoofdstuk 7.6.
Bypass de verdamper zoals aangeven in het schema om een
35,0°C
lager verdamperdebiet te krijgen.
20,0°C
Voor maximum koelmachinedebiet
11,1 K
-
(3)
11,1 K
Verklaring
1
Koeler
2
Bypass
6.4 - Condensordebiet
De minimum en maximum condensordebieten zijn vermeld in de
tabel in hoofdstuk 7.6.
6.5 - Standaard en optioneel aantal passeringen
De unit is heeft twee passeringen op de verdamper en op de
condensor.
Model
301 401 451 551 601 651 801 901 1001 1101
Verdamper
Standaard
25.0
Optie 100C
Condensor
Standaard
Optie 102C
6.6 - Verdamper- en condensordebieten
Model
301 401 451 551 601 651 801 901 1001 1101
Waterdebiet verdamper, l/s
Minimum
Maximum
Waterdebiet condensor, l/s
Minimum
Maximum
Opmerkingen
- Het minimum verdamperdebiet is gebaseerd op van een
watersnelheid van 0,3 m/s.
- Het minimum condensordebiet is gebaseerd op van een
watersnelheid van 0,3 m/s.
- Het maximum debiet is gebaseerd op een drukverlies
van 120 kPa (units met twee verdamperpasseringen en
twee condensorpasseringen).
1
2
30XW-PZE/30XWHPZE
2
2
2
2
2
2
1
1
1
1
1
1
2
2
2
2
2
2
1
1
1
1
1
1
30XW-PZE/30XWHPZE
4
6
6
8
8
8
39
57
57
76
76
76
4
6
6
8
8
8
29
55
55
74
74
74
2
2
2
2
1
1
1
1
2
2
2
2
1
1
1
1
11
11
13
13
84
84
116 116
12
12
18
18
119 119 130 130
19