Gebruiksaanwijzing SMARTmatic S10 REF 1.011.6730 SMARTmatic S10 K REF 1.011.6731 SMARTmatic S10 S REF
1.011.6732
5 Bediening | 5.1 Medisch hulpmiddel plaatsen
5 Bediening
5.1 Medisch hulpmiddel plaatsen
Losraken van het medisch hulpmiddel tijdens de behandeling.
Verwondingen of materiële schade
Een niet juist aangesloten medisch hulpmiddel kan van de motorkoppeling losraken
en eraf vallen.
▶ Door er voor elke behandeling voorzichtig aan te trekken kunt u controleren of het
medisch hulpmiddel goed op de motorkoppeling is aangesloten.
Verbinding met de aandrijfmotor.
Handstuk geblokkeerd.
▶ Handstuk alleen met gesloten spantang in gebruik nemen.
Handstuk bij rotatie van de aandrijfmotor verwijderen en opzetten.
Beschadiging van de tang.
▶ Handstuk nooit bij rotatie van de aandrijfmotor opzetten of verwijderen!
▶ O-ringen op de motorkoppeling lichtjes met KaVo Spray bevochtigen.
▶ Plaats het handstuk op de motorkoppeling en let op dat het goed op zijn plaats
valt.
▶ Voor elke behandeling controleren of het handstuk goed vastzit op de motorkop-
peling, door eraan te trekken.
5.2 Medisch hulpmiddel lostrekken
▶ Handstuk van de motorkoppeling draaien en losmaken en in de richting van de as
lostrekken.
5.3 Handstuk- of hoekstuk-boor plaatsen
Aanwijzing
Alleen handstuk- of hoekstukboren gebruiken, die beantwoorden aan de ISO
1797-1 type 1 en type 2, van staal of hard metaal zijn vervaardigd en de volgende
criteria vervullen:
- diameter van de schacht: Ø 2,334 tot Ø 2,350 mm
Bij hoekstuk-boren met booraanslag:
- inklemlengte schacht: minst. 12 mm
- totale lengte: max. 22 mm
Bij handstuk-boren zonder booraanslag:
- inklemlengte schacht: minst. 30 mm
- totale lengte: max. 44,5 mm
OPGELET
LET OP
LET OP
14 / 30