Wanneer de toets Terug wordt ingedrukt om het menu te verlaten, voert de analyser een
pompsynchronisatieproces uit.
1. Selecteer MAINTENANCE (onderhoud) > DIAGNOSTICS (diagnostiek) > SIMULATE
(simuleren) > OXIDATION PHASE SIM (sim oxidatiefase).
De status van de analysercomponenten wordt weergegeven.
2. Selecteer een optie.
Wanneer een component is ingeschakeld, wordt er een sterretje (*) weergegeven
vóór de componentnaam op het display.
Opmerking: Wijzigingen in instellingen die worden gedaan in dit menu worden niet
opgeslagen.
Optie
MFC
OZONE GENERATOR
(ozongenerator)
ACID PUMP (zuurpomp)
ACID VALVE (zuurklep)
BASE PUMP (basepomp)
BASE VALVE (baseventiel)
SAMPLE VALVE
(monsterklep)
SAMPLE PUMP
(monsterpomp)
INJECTION VALVE
(injectieventiel)
CIRCULATION PUMP
(circulatiepomp)
Beschrijving
Stelt de flow van de mass flow controller (MFC) in (bijv.
40 L/uur). Stel de flow in. Druk op
controller (MFC) te starten. De gemeten flow wordt bovenaan
het display weergegeven.
Opmerking: Als de getoonde flow 0,0 L/uur is, is de MFC
uitgeschakeld.
Schakelt de ozongenerator in of uit.
Opmerking: Ten behoeve van de veiligheid wordt een
druktest uitgevoerd voordat de ozongenerator wordt
ingeschakeld. Als er een gaslek wordt aangetroffen, wordt de
ozongenerator niet ingeschakeld.
Schakelt de zuurpomp in of uit. Stelt het aantal pulsen in (½
omwenteling).
Wanneer de pomp in bedrijf is, worden de werkelijke pulstijd
(externe haakjes) en de ingestelde pulstijd (interne haakjes)
weergegeven.
Schakelt de zuurklep in of uit.
Schakelt de basepomp in of uit. Stelt het aantal pulsen in (½
omwenteling).
Wanneer de pomp in bedrijf is, worden de werkelijke pulstijd
(externe haakjes) en de ingestelde pulstijd (interne haakjes)
weergegeven.
Schakelt de baseklep in of uit.
Stelt de monsterklep (ARS) in op de geselecteerde stand.
Opties: SEN1 (monsterpomp naar bypass),
SEN2 (monsterpomp naar reactor) of SEN3 (zuur of base
naar reactor).
Stelt de monsterpomp in op de geselecteerde bedrijfsmodus.
Opties: FWD (voorwaarts) (vooruit), REV(omgekeerd)
(achteruit), P-FWD (P-voorwaarts) (pulsregeling vooruit) of P-
REV (P-versie) (pulsregeling achteruit).
Als P-FWD (P-voorwaarts) of P-REV (P-versie) is
geselecteerd, stelt u het aantal pulsen in (½ omwenteling van
de pomprol).
Wanneer de pomp in bedrijf is, worden de werkelijke pulstijd
(externe haakjes) en de ingestelde pulstijd (interne haakjes)
weergegeven.
Schakelt het injectieventiel in of uit.
Schakelt de circulatiepomp in of uit.
Diagnostiek
om de mass flow
29