Problemen oplossen
Bericht
17_SMPL VALVE NOT
SYNC (monsterklep niet
gesynchroniseerd)
18_LIQUID LEAK DET
(vloeistoflekkage
gedetecteerd)
19_DCP LIQ LEAK DET
(DCP-
vloeistoflekdetector)
20_NO REAGENTS
(geen reagentia)
(kan worden ingesteld
als een storing,
waarschuwing of
melding)
2.2 Systeemwaarschuwingen
14
Tabel 3 Systeemstoringen (vervolg)
Beschrijving
De juiste sensorpositie (sensor 1) is niet
in de monsterklep aangegeven wanneer
de monsterpomp in werking is.
Een vloeistoflekdetector in de analyser is
actief. Er is een vloeistoflek.
De vloeistoflekdetector voor de DCP
(dubbelcelfotometer) is actief.
De berekende reagensniveaus geven
aan dat de reagenscontainers leeg zijn.
Selecteer OPERATION (bediening) > FAULT ARCHIVE (foutenarchief) om alle
waarschuwingen te bekijken die zich hebben voorgedaan. Storingen en waarschuwingen
die zijn gemarkeerd met een asterisk (*) zijn actief.
Wanneer "SYSTEM WARNING (systeemwaarschuwing)" wordt weergegeven in de
linkerbovenhoek van het scherm Reaction Data (reactiegegevens) of het scherm Reagent
Status (reagensstatus), heeft zich een waarschuwing voorgedaan. Metingen worden
voortgezet. De 4-20 mA-uitgangen wijzigen niet. Het storingsrelais van het systeem
(relais 20) wordt niet ingeschakeld.
Voer de stappen voor probleemoplossing voor de waarschuwing uit. Raadpleeg
Om de waarschuwing te bevestigen, selecteert u deze en drukt u op .
Als er meerdere waarschuwingen actief zijn voor het instrument, controleer dan de
zekeringen op de relaisplaat en de signaalplaat.
Oorzaak en oplossing
Vervang relais 4 op de relaisprintplaat. Raadpleeg
Onderdelen van de regelkast
locatie van de
Controleer het sensorsignaal. Controleer led 12 op de
signaalplaat en DI01 in het menu DIGITAL INPUT
(digitale ingang). Selecteer MAINTENANCE
(onderhoud) > DIAGNOSTICS (diagnostiek) >
INPUT/OUTPUT STATUS (in-/uitgangsstatus) >
DIGITAL INPUT (digitale ingang). Raadpleeg
Onderdelen van de regelkast
locatie van de plaat.
Zoek naar een vloeistoflek in de analyserbehuizing.
Koppel de connector van de lekdetector aan de
onderkant van de reactor los om vast te stellen of de
reactor lekkage heeft. Controleer de
vloeistoflekdetector.
Controleer de dubbelcelfotometer op lekkage.
Controleer de werking van de vloeistoflekdetector voor
de dubbelcelfotometer.
De reagentia vervangen. Raadpleeg
bijvullen of vervangen
op pagina 6.
op pagina 39 voor de
op pagina 39 voor de
Reagentia
Tabel
4.