Megging van UPE 25-80, 32-80, 40-80 en 50-80
1.
Schakel de voedingsspanning uit.
2.
Neem de steker uit de wandcontactdoos.
3.
Neem de draden van de klemmen L en N en verwijder
de aardedraad (zie pag. 294).
4.
Sluit de klemmen L en N kort op de stekker met behulp
van een korte draad (zie C).
5.
Verwijder het deksel van de klemmenkast.
6.
Verwijder de schroef waarmee de elektronica aan het
frame is bevestigd en breng de bevestiging omhoog om
voor veilige verticale vrije ruimte te zorgen (minimaal
2 mm) (zie B).
7.
Steek de kortgesloten steker in de wandcontactdoos.
8.
Meet de spanning tussen klemmen L/N en de aarde
(zie D). De maximale testspanning is AC/DC 1500 V.
Opm.: Voer nooit een megging uit tussen de fasedraad
(L) en de neutrale draad (N).
Maximaal toelaatbare lekstroom: < 5 mA.
9.
Breng de schroef voor de bevestiging van de elektro-
nica aan op het frame (zie B).
10. Verwijder de kortgesloten voedingsspanning steker.
11. Plaats het deksel van de klemmenkast.
12. Verwijder de korte draad tussen de klemmen L en N
(zie C).
13. Sluit de fasedraden weer aan op klemmen L en N en
sluit de aardedraad weer aan (zie pag. 294).
14. Steek de steker in het stopcontact (zie pag. 294).
15. Schakel de voedingsspanning weer in.
10. Technische specificaties
Voedingsspanning
1 x 230-240 V –10%/+6%, 50 Hz, PE.
Motorbeveiliging
Er is geen externe motorbeveiliging nodig.
Beschermingsklasse
IP 42.
Isolatieklasse
H.
Relatieve luchtvochtigheid
Max. 95%.
Omgevingstemperatuur
0°C tot +40°C.
Temperatuurklasse
TF110 volgens CEN 335-2-51.
B
C
Mediumtemperatuur
Max. +110°C.
Continu: +15°C tot +95°C.
Pompen in tapwatersystemen:
Continu: +15°C tot +60°C.
Om condensatie in de klemmenkast en de stator te
voorkomen, dient de temperatuur van het medium al-
tijd hoger te zijn dan de omgevingstemperatuur. Zie
de volgende tabel:
Omgevings-
Mediumtemperatuur
temperatuur
Min. [°C]
[°C]
15
20
25
30
35
40
A
D
Max. [°C]
15
110
20
110
25
110
30
110
35
90
40
70
199