Aansluitschema's voor het busmoduul:
Afb. 17
UPE 25-40, 25-40 A, 25-60, 25-60 A, 32-40 en 32-60
met MB 40/60
BUS
4
5
6
A Y
B
7
8
9
10
Stop
Min.
Afb. 18
UPE 25-80, 32-80, 40-80 en 50-80 met MB 80
BUS
4
5
6
A Y
B
Start/stop
Start/stop
Min. curve
Min. kurve
(Natsænkning)
(nachtbedrijf)
Maks. kurve
Max. curve
7
8
9
10
Stop
Min.
186
Start/stop
Start/stop
Min. curve
Min. kurve
(Natsænkning)
(nachtbedrijf)
Maks. kurve
Max. curve
Max.
Maks.
Max.
Maks.
Opm.:
• Indien er geen externe aan/uit-schakelaar aange-
sloten word, dient de verbinding tussen klem 7 en
8 te worden gehandhaafd.
• Alle kabels dienen hittebestendig te zijn tot +85°C.
• Alle kabels dienen in overeenstemming met
EN 60 204-1 gelegd te worden.
• Draden die zijn aangesloten op
- ingangen 7 t/m 10 en
- aansluitklemmen voor de voeding
moeten door middel van versterkte iso-
latie van elkaar en de voeding worden
gescheiden.
• Alle op een klemmenstrook aangesloten
aders dienen bij de desbetreffende
klemmen te worden gebundeld.