3 KOPIEERFUNCTIES
Specificeren van formaten van zowel het origineel als van het
kopieerpapier
1
Leg het papier in de lade.
2
Plaats het origineel.
3
Druk een aantal malen op de toets [ORIGINAL] totdat de LED van
het gewenste papierformaat gaat branden.
bijv.) Selecteren van het B4 formaat van het origineel
4
Druk een aantal malen op de toets [COPY] totdat de LED van het
gewenste papierformaat gaat branden.
bijv.) Selecteren van het A4 formaat voor het kopieerpapier
Tips
Met de toets [DRAWER] kunt u op dezelfde wijze het gewenste papierformaat
selecteren.
Wanneer het aangebrachte standaard papierformaat anders is dan A3, A4, A4-R,
A5-R of B4, leg dan dit formaat vooraf vast als "OTHER" formaat.
De meest geschikte reproductiefactor voor zowel het formaat van het origineel als van
het kopieerpapier wordt ingesteld.
5
Selecteer naar behoefte de andere kopieerinstellingen en druk
vervolgens op de [START] toets.
78
In- en uitzoomen van kopieën
P.49 "Andere standaardformaten vastleggen"