Automatische regeling van de vork-
stand
• Neig bij een onbelast voertuig de mast naar
voren terwijl u de knopschakelaar van de neighen-
del indrukt. Hierdoor stopt de vork automatisch in
horizontale stand (met de mast in verticale stand).
• Wanneer de vork in horizontale stand is gestopt
met de knopschakelaar van de neighendel inge-
drukt, wilt u mogelijk de vork nog verder neigen.
Zet hiervoor de neighendel in de neutrale stand.
Laat de knopschakelaar van de neighendel los en
bedien de neighendel.
Wanneer de neighendel wordt bediend vanuit de
achterste naar de voorste stand met de knopscha-
kelaar ingedrukt, gedraagt de mast zich als volgt
Onbelast
Belast
Tot stilstand komen met
Niet naar
Hoge stand
neiging van de vork
voren neigen
(mast in verticale stand)
Tot stilstand komen met neiging van de vork
Lage stand
(mast in verticale stand)
Opgelet
• Als u met de mast naar voren neigend met
een hoge belasting in de hoge stand op de
knopschakelaar van de neighendel drukt,
komt de mast tot stilstand. Vermijd een
dergeljke handelswijze te allen tijde, omdat de
automatische regeling van de vorkstand,
indien deze wordt gebruikt tijdens het
heffen/neigen, het gevaar inhoudt dat het
voertuig omslaat.
• Als het voertuig voorzien is van een
accessoire, moet u de vork niet automatisch in
de horizontale stand laten zetten, met een
zware lading in de hoge stand terwijl de motor
op hoge snelheid draait. Dit levert gevaar op.
• Sommige special modellen die voorzien zijn
van een zwaar accessoire zijn mogelijk niet
uitgerust met de automatische regeling van de
vorkstand. Vraag dit van tevoren aan Prins
Maasdijk.
4
Opmerking:
• De mast beweegt niet als deze naar voren wordt
geneigd door het indrukken van de knopschake-
laar van de neighendel met een zware lading in
een hoge stand (meer dan 2m).
• Zolang de mast naar voren is geneigd vanuit de
verticale stand, zal deze niet verder naar voren
neigen ook al wordt de knopschakelaar van de
neighendel ingedrukt.
• Terwijl deze naar achteren neigt, houdt de vork
niet stil in de horizontale stand, ook al wordt de
de knopschakelaar van de neighendel ingedrukt
Actieve regeling van de vooroverneig-
hoek van de mast
Afhankelijk van het heffen en de belasting, wordt
de hoek waarin de mast naar voren kan worden
geneigd automatisch geregeld binnen het bereik
aan hoeken zoals hieronder aangegeven.
lage belasting
Middelmatige
Zware
(onbelast)
belasting
belasting
Hoge stand
Geen
Neighoek
Hoek beperkt
beperking
naar voren
tussen 1˚ en
voor
beperkt tot 1˚
5˚ neighoek
neighoek
naar voren
naar voren
Lage stand
Geen beperking voor neighoek naar voren
Opgelet
• Als een lading omhoog moet worden
bewogen tijdens het naar voren neigen van de
vork op een lage stand, bestaat het gevaar dat
het voertuig omslaat wanneer de vork tot
stilstand komt in de stand met een neighoek
buiten
het
voorgeschreven
hoekbereik.
Verplaats daarom nooit een lading terwijl de
mast geneigd is en de lading omhoog bewogen
is.
• Met een zware lading in een hoge stand,
moet u nooit de lading aanpassen (masthoek)
door de neighoek naar voren van de mast te
regelen, omdat dan het gevaar bestaat dat het
voertuig omslaat.
• Zelfs wanneer een lading zich binnen het
toegestane hoekbereik bevindt, moet u de
mast nooit voorbij de verticale stand neigen,
anders kan het voertuig omslaan, doordat de
stabiliteit naar voren en naar achteren
verloren is gegaan. Neig de mast nooit naar
voren met een lading die omhooggebracht is.
• Sommige speciale modellen die voorzien zijn
van een zwaar accessoire zijn mogelijk niet
uitgerust met de regeling van de neighoek
naar voren van de mast. Vraag dit van tevoren
aan uw dealer.
• Zodra u een accessoire hebt gemonteerd of
vervangen op een model vorkheftruck, moet u
Prins Maasdijk om een controle vragen.
Opmerking:
Met de vork op het bovenste dode punt kan er
een hoge druk (overdruk) achterblijven in de
hefcilinder. Deze hoge druk wekt bij het voertuig
de indruk dat er sprake is van een zware lading,
terwijl dit niet het geval is. Als gevolg daarvan
wordt het naar voren neigen van de mast
geblokkeerd. Beweeg in dat geval de vork iets
omlaag van het bovenste dode punt (om de druk
te verminderen), zodat de mast weer naar voren
kan neigen.
Actieve snelheidsbegrenzer
bij
achteroverneigen van de mast
• Bij een hoge stand kan de snelheid van het
achteroverneigen van de mast worden geregeld
(verlaagd) ongeacht de belasting. Als van de hoge
stand wordt overgegaan naar de lage stand tijdens
het achteroverneigen van de mast, blijft de
geregelde snelheid behouden.
• Bij een lage stand kan de mast met volle snel- heid
worden geneigd, ongeacht de belasting. Als de mast in
een lage stand achterover wordt geneigd met de
neigknopschakelaar ingedrukt, wordt de snelheid van
het achteroverneigen van de mast geregeld (verlaagd)
zolang de knopschakelaar van de neighendel ingedrukt
blijft.
• Als van de lage stand wordt overgegaan naar de hoge
stand tijdens het achteroverneigen van de mast, blijft
de
geregelde
snelheid
behouden
knopschakelaar van de neighendel ingedrukt blijft. En
het achteroverneigen van de mast kan met volle
snelheid plaatsvinden zolang de knop- schakelaar van
de neighendel niet is ingedrukt.
Daalbeveiliging
Als het contactslot in de stand OFF (UIT) staat,
beweegt de vork niet omlaag, zelfs niet als de
hefhendel wordt bediend.
Actieve stuursynchronisatie
Als de stuurwielknop qua hoek niet overeenkomt
met de banden, wordt de afwijkende stand
automatisch gecorrigeerd wanneer het stuurwiel
wordt gedraaid. Op die manier blijft de knop in
dezelfde stand in verhouding tot de banden.
OPS-systeem
Het
OPS-systeem
(Operator
bestuurdersdetectie)
voorkomt
heffen/neigen van de lading wanneer de bestuurder
niet op de bestuurdersstoel zit.
Als de bestuurder tijdens het bedienen van de
vorkheftruck
de
stoel
verlaat,
controlelampje
of
wordt
weergegeven, terwijl tegelijkertijd 0,5 seconde de
zoemer klinkt (een ononderbroken "pii"-geluid),
waarmee de bestuurder opmerkzaam wordt gemaakt
op de situatie. Als de bestuurder 2 seconden van de
stoel blijft, treedt het OPS-systeem in werking en
komen de aandrijving en het heffen/neigen van de
lading tot stilstand. Als de bestuurder echter 2
seconden of meer van de stoel blijft, wordt het systeem
geactiveerd
en
komen
de
aandrijving
het
heffen/neigen van de lading tot stilstand.
Als er een probleem optreedt in het OPS-systeem,
verschijnt de bijbehorende foutcode op het display, ter
informatie van de bestuurder. Op dat moment wordt
ervan uitgegaan dat er een probleem is met het OPS-
systeem. Vraag Prins Maasdijk om een controle uit te
voeren.
zolang
de
Presence
Sensing,
het
rijden
en
knippert
het
de
OPS-indicator
en
het