3. De oplaadvoortgangslampjes gaan achtereen-
volgens branden, van beneden af, naarmate het
opladen vordert. Het derde lampje van beneden
gaat branden wanneer het opladen in de laatste
fase is gekomen.
4. Wanneer het opladen is voltooid, wordt het
oplaadcircuit automatisch geopend en dooft tege-
lijkertijd het NORMAL-lampje. Drie oplaadvoort-
gangslampjes en het OK-lampje blijven branden
om aan te geven dat het opladen voltooid is.
5. Kijk of de drie oplaadvoortgangslampjes en
het OK-lampje branden.
6. Zet de stroomschakelaar uit en koppel de
laadstekker los.
7. Als u het opladen halverwege wilt beëindigen,
drukt u eerst op de STOP-schakelaar, zet u de
stroomschakelaar uit en koppelt u de laadstekker
los.
Opgelet
Caution
Probeer nooit de stroomschakelaar uit te
schakelen en koppel de stroomstekker en
de laadstekker niet los tijdens het opladen.
Vereffeningsladen
Na herhaalde malen normaal opladen, kunnen er
kleine verschillen in prestaties tussen batterijcellen
optreden. Vereffeningsladen wordt gedaan om de
celprestaties gelijk te maken door enigszins te
overladen. Voer vereffeningsladen uit in de vol-
gende gevallen:
1. Wanneer de batterij elke dag wordt opgeladen
en ontladen.
2. Wanneer de batterij tot onder het opgegeven
niveau is ontladen.
3. Wanneer de batterij niet kort na het ontladen
is opgeladen.
De oplaadprocedure is hetzelfde als voor normaal
opladen, behalve dat de EQUAL-schakelaar moet
worden ingedrukt. Het EQUAL-lampje gaat bran-
den en het opladen begint wanneer de EQUAL-
schakelaar wordt ingedrukt.
Opgelet
Caution
Vermijd te veel vereffeningsladen, omdat
dit de gebruiksduur van de batterij verkort.
Bijladen
Als één oplaadprocedure onvoldoende is voor de
werkzaamheden van een dag, laadt u ook tijdens
de lunch- of koffiepauze op. Dit wordt bijladen
genoemd.
Druk op de NORMAL-schakelaar zoals bij de nor-
male oplaadprocedure. Als u het opladen halver-
wege wilt beëindigen, moet u altijd op de STOP-
schakelaar drukken.
Caution
Opgelet
Probeer nooit de stroomschakelaar uit te
schakelen en koppel de stroomstekker en
de laadstekker niet los tijdens het opladen.
Totaaltimer
Deze lader heeft een ingebouwde totaaltimer om
overladen te voorkomen.
1. De totaaltimer start wanneer het opladen
begint.
De totaaltimer beëindigt het opladen wanneer de
hoofdtimer defect raakt.
2. Als het opladen wordt beëindigd door de
totaaltimer, gaat het CHECK-lampje branden.
Opgelet
Caution
Als het CHECK-lampje brandt, gebruikt u
de batterij dan niet meer en neemt u con-
tact op met Prins Maasdijk.
3. De totaaltimer is ingesteld op 16 uur.
Timertest
Controle van de hoofdtimer
(1) Zet de netstroomschakelaar aan.
(2) Koppel de batterijstekker los (om de lader te
ontladen en het spanningsrelais te bedienen).
(3) Schakel de magneetschakelaar (MS) gedwon-
gen in met een schakelstok en druk minstens 5
seconden lang op de NORMAL- of EQUAL-scha-
kelaar. Zodra het TEST-lampje en de drie oplaad-
voortgangslampjes gelijktijdig gaan branden, laat
u onmiddellijk de schakelaar los en meet u met
een stopwatch de tijd totdat het OK-lampje gaat
branden.
(4) De hoofdtimer is normaal als alle lampjes
achtereenvolgens doven na het OK-lampje na het
verstrijken van de volgende periode nadat het
TEST-lampje is gaan branden:
Wanneer gestart met de NORMAL-schakelaar:
OK-lampje aan na het verstrijken van ongeveer 6
seconden.
Wanneer gestart met de EQUAL-schakelaar: OK-
lampje aan na het verstrijken van ongeveer 18
seconden.
Controle van de totaaltimer
(1) Zet de netstroomschakelaar aan.
(2) Sluit de batterij in de ontladen status (omdat
de hoofdtimer eerder werkt bij bediening met het
spanningsrelais als de batterij in volledig geladen
staat verkeert).
(3) Houd de NORMAL- of EQUAL-schakelaar 5
seconden lang ingedrukt. Het TEST-lampje gaat
branden en het opladen begint.
Laat de schakelaar los zodra het TEST-lampje
brandt en meet met een stopwatch de tijd totdat
het CHECK-lampje gaat branden.
(4) De totaaltimer is normaal als de tijd tussen
het gaan branden van het TEST-lampej en het
CHECK-lampje als volgt is. (Het OK-lampje gaat
niet branden.)
CHECK-lampje aan na het verstrijken van onge-
veer 90 tot 100 seconden.
(5) Het lampje gaat uit als de batterijstekker
wordt losgekoppeld.
Opgelet
Caution
Als de NORMAL- or EQUAL-schakelaar
wordt ingedrukt na het aansluiten van de
batterij in volledig geladen staat, werkt de
hoofdtimer eerst en laat het OK-lampje
branden;
het
CHECK-lampje
gaat
branden. Dit betekent niet dat de totaalti-
mer defect is. Vervang in een dergelijk
geval de batterij door een ontladen exem-
plaar en herhaal de controle volgens de
hierboven beschreven procedure.
niet
27