1. Klik op het statuspictogram van Access Connections in het systeemvak.
2. Klik op Draadloze radio's aanzetten.
U schakelt de functie voor draadloze communicatie als volgt uit:
• Klik op het statuspictogram van Access Connections in het systeemvak.
• Klik op Draadloze radio's uitzetten.
Opmerkingen:
• Met de schakelaar voor de draadloze radio's kunt u de radio van alle draadloze apparaten in de computer
uitzetten.
• Zie de online Help van Access Connections als u het statuspictogram van Access Connections en het
statuspictogram voor de draadloze verbinding wilt weergeven.
Een extern beeldscherm gebruiken
Uw computer wordt geleverd met vele extra's om uw computerplezier te vergroten en u te helpen om vol
zelfvertrouwen presentaties te geven.
De instellingen van het beeldscherm aanpassen
U kunt beeldscherminstellingen wijzigen, zoals de lettergrootte en de kleurenwerkstand.
Lettergrootte
Om het lettertype te vergroten doet u het volgende:
1. Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en klik op Personaliseren.
2. Klik aan de linkerkant op Beeldscherm.
3. Selecteer het keuzerondje Middelgroot of Groter.
4. Klik op Toepassen. De wijziging wordt actief nadat u zich hebt afgemeld.
Een extern beeldscherm aansluiten
Dit gedeelte omvat de volgende onderwerpen:
•
"Een extern beeldscherm aansluiten" op pagina 45
•
"De Mini DisplayPort-aansluiting gebruiken" op pagina 47
Een extern beeldscherm aansluiten
Uw computer ondersteunt een maximale beeldschermresolutie van 1366x768 (als er een extern beeldscherm
is aangesloten op de Mini DisplayPort-aansluiting), mits het externe beeldscherm deze resolutie ook
ondersteunt. Zie voor meer informatie de documentatie bij uw beeldscherm.
U kunt elke resolutie instellen voor het beeldscherm van de computer of het externe beeldscherm. Bij
gelijktijdig gebruik is de resolutie van beide schermen echter altijd hetzelfde. Als u voor het beeldscherm van
de computer een hogere resolutie kiest, ziet u slechts een deel van het volledige beeld op het scherm. De
andere delen kunt u bekijken door het beeld met behulp van de TrackPoint of een ander aanwijsapparaat
over het scherm te verplaatsen.
U kunt de uitvoer naar het beeldscherm van de computer, naar het externe beeldscherm of naar beide
beeldschermen sturen. Dit stelt u in via het venster Beeldscherminstellingen.
.
Hoofdstuk 2
De computer gebruiken
45