10. Stel de relatieve posities van beide beeldschermen in door de pictogrammen te verslepen. U kunt de
beeldschermen in iedere gewenste positie zetten, maar de pictogrammen moeten elkaar raken.
11. Klik op OK om de wijzigingen door te voeren.
Opmerking: Om de kleurinstellingen te wijzigen, klikt u met de rechtermuisknop op het bureaublad
en klikt u op Schermresolutie. Klik op Geavanceerde instellingen, ga naar het tabblad Monitor
en stel de Kleuren in.
• Probleem: Het schakelen tussen beeldschermen werkt niet.
Oplossing: Als u gebruikmaakt van de functie voor schermuitbreiding, schakel deze dan uit en wijzig de
uitvoerlocatie van het beeldscherm. Als er een DVD-film of een videoclip wordt afgespeeld, stop hier dan
mee, sluit de toepassing af en wijzig vervolgens de uitvoerlocatie van het beeldscherm.
• Probleem: Als u gebruikmaakt van de functie voor schermuitbreiding, kunt u geen hogere resolutie of
hogere verversingsfrequentie instellen op het secundaire beeldscherm.
Oplossing: Wijzig de resolutie om de instellingen van het primaire beeldscherm te verlagen. Zie de
"Oplossing" voor het probleem "De functie voor schermuitbreiding werkt niet", hierboven.
• Probleem: De schermpositie op het externe beeldscherm is onjuist wanneer dit beeldscherm is ingesteld
op een hogere resolutie.
Oplossing: Wanneer u een hogere resolutie zoals 1600x1200 gebruikt, gebeurt het soms dat het beeld
naar links of naar rechts wordt verschoven op het scherm. Om dit te corrigeren moet u eerst controleren
of het externe beeldscherm de door u ingestelde weergavestand ondersteunt, dat wil zeggen: de
combinatie van resolutie en verversingsfrequentie. Als dit niet het geval is, stel dan een weergavestand
in die het beeldscherm ondersteunt. Als de door u ingestelde weergavestand wel wordt ondersteund,
ga dan naar het instelmenu voor het beeldscherm zelf en pas de instellingen daar aan. Meestal heeft
het externe beeldscherm knoppen voor toegang tot het instelmenu. Raadpleeg de handleiding bij het
beeldscherm voor meer informatie.
Audioproblemen
• Probleem: Wave- of MIDI-geluid wordt niet correct weergegeven.
Oplossing: Controleer of het ingebouwde audioapparaat correct is geconfigureerd.
1. Klik op Start ➙ Configuratiescherm.
2. Klik op Hardware en geluid.
3. Klik op Apparaatbeheer. Wanneer er wordt gevraagd om een beheerderswachtwoord of een
bevestiging, typt u dat wachtwoord of geeft u die bevestiging.
4. Dubbelklik op Besturing van geluid, video en spelletjes.
5. Zorg dat het volgende apparaat ingeschakeld en correct geconfigureerd is.
– Conexant 20672 SmartAudio HD
• Probleem: Via de microfooningang gemaakte opnamen zijn niet hard genoeg.
Oplossing: Zorg dat Microfoonversterking is ingeschakeld en als volgt is ingesteld:
1. Klik op Start ➙ Configuratiescherm.
2. Klik op Hardware en geluid.
3. Klik op Geluid.
4. Klik op de tab Opname in het venster Geluid.
5. Selecteer Microfoon en klik op de knop Eigenschappen.
6. Klik op de tab Niveaus en schuif de regelaar voor Microfoonversterking omhoog.
144
Handboek voor de gebruiker