• Supervisor Password
• Lock UEFI BIOS Settings
• Set Minimum Length
• Password at unattended boot
• Password at restart
• Power-On Password
• Hard Disk x Password
Opmerking: Hard Disk 1 is de vaste schijf die in de computer is ingebouwd.
Als u Hardware Password Manager selecteert en inschakelt, kunt u uw systeemwachtwoord, uw
beheerderswachtwoord en uw vaste-schijfwachtwoord beheren via de management server. Standaard is
deze optie ingesteld op Enabled.
Met Lock UEFI BIOS Settings kunt u de functie in- of uitschakelen waarmee wordt voorkomen dat de opties
van het programma ThinkPad Setup kunnen worden gewijzigd door een gebruiker die niet beschikt over het
beheerderswachtwoord. Standaard is deze optie ingesteld op Disabled. Als u een beheerderswachtwoord
instelt en deze functie inschakelt, dan bent u de enige die opties in het programma ThinkPad Setup kan
wijzigen.
Als u Set Minimum Length kiest, kunt u de minimumlengte opgeven voor systeemwachtwoorden en
vaste-schijfwachtwoorden. Standaard is deze optie ingesteld op Disabled. Als u een beheerderswachtwoord
instelt en een minimumlengte voor wachtwoorden opgeeft, kunnen andere gebruikers de wachtwoordlengte
niet wijzigen.
Als u Password at unattended boot selecteert en inschakelt, wordt er een wachtwoordprompt afgebeeld
als de computer, vanuit uitgeschakelde toestand of de slaapstand, wordt aangezet via een onbewaakte
procedure, zoals Wake on LAN. Als u Disabled selecteert, wordt er geen wachtwoordprompt afgebeeld
en gaat de computer verder met het laden van het besturingssysteem. Om toegang door onbevoegden te
voorkomen, moet u dan gebruikersverificatie (een wachtwoord) van het besturingssysteem instellen.
Als u Password at restart selecteert en inschakelt, wordt er een wachtwoordprompt afgebeeld als u de
computer opnieuw opstart. Als u Disabled selecteert, wordt er geen wachtwoordprompt afgebeeld en
gaat de computer verder met het laden van het besturingssysteem. Om toegang door onbevoegden te
voorkomen, moet u dan gebruikersverificatie (een wachtwoord) van het besturingssysteem instellen.
Menu Startup
Wellicht moet u de opstartvolgorde van de stations in uw computer veranderen. Als er bijvoorbeeld
verschillende besturingssystemen zijn geïnstalleerd op verschillende verwisselbare vaste-schijfstations of
PC-kaarten, kunt u het systeem opstarten vanaf een van deze apparaten.
Attentie: Nadat u de opstartvolgorde hebt gewijzigd, moet u uiterst voorzichtig zijn dat u niet het verkeerde
apparaat opgeeft bij het maken van een kopie, bij het opslaan van bestanden of bij het formatteren. Als u
namelijk het verkeerde apparaat opgeeft, kan het gebeuren dat er onbedoeld bestanden of programma's
worden overschreven.
Attentie: Als u de BitLocker-bestandsversleuteling gebruikt, mag u de opstartvolgorde niet wijzigen.
BitLocker-bestandsversleuteling detecteert de wijziging van de opstartvolgorde niet wijzigen en voorkomt
dat de computer opstart.
De opstartvolgorde wijzigen
Kies de optie Startup om het opstartsubmenu weer te geven:
109
.
Hoofdstuk 8
Geavanceerde configuratie