Tabel 4. Opties in het menu Config (vervolg)
Submenu-item
Power On with AC Attach
Disable Built-in Battery
Beep and Alarm
Power Control Beep
Low Battery Alarm
Password Beep
Keyboard Beep
Serial ATA (SATA)
Waarden
• Disabled
• Enabled
• Yes
• No
• Disabled
• Enabled
• Disabled
• Enabled
• Disabled
• Enabled
• Enabled
• Disabled
Opmerkingen
Schakel een functie in of uit dat het
systeem inschakelt wanneer er een
AC-adapter is aangesloten.
Als u "Enabled" selecteert, wordt het
systeem ingeschakeld wanneer de
wisselstroomadapter is aangesloten.
Als het systeem in de slaapstand
staat, hervat het systeem de normale
werking.
Als u "Disabled" selecteert, wordt
het systeem niet ingeschakeld
of voortgezet wanneer de
wisselstroomadapter is aangesloten.
Schakel de batterij tijdelijk uit om het
systeem te onderhouden. Na het
selecteren van dit item, wordt het
systeem automatisch uitgezet. Het
systeem is dan klaar voor onderhoud.
Opmerking: Koppel de
wisselstroomadapter los van het
systeem om deze bewerking uit te
voeren.
De batterij wordt automatisch
opnieuw ingeschakeld wanneer de
wisselstroomadapter opnieuw wordt
aangesloten op het systeem.
Als deze functie is geactiveerd,
klinkt er een geluidssignaal als de
computer overschakelt naar een
andere energiewerkstand of als de
AC-adapter wordt aangesloten of
losgekoppeld.
De waarschuwing voor een bijna lege
batterij in- of uitschakelen.
Schakel deze optie in zodat er
een geluidssignaal klinkt wanneer
het systeem wacht op invoer
van een systeemwachtwoord,
vaste-schijfwachtwoord of
beheerderswachtwoord. Er klinken
verschillende geluidssignalen
wanneer het ingevoerde wachtwoord
al dan niet met het geconfigureerde
wachtwoord overeenkomt.
Aangeven of er een geluidssignaal
klinkt als er niet-gedefinieerde
toetsencombinaties worden gebruikt.
.
Hoofdstuk 8
Geavanceerde configuratie
115