Inbouw-, bedrijfs- en onderhoudshandleiding
Plotseling optredende temperatuurveranderingen
(temperatuurschokken)
vermeden.
Pomp en aandrijfmachine moeten gelijkmatig en
trillingsvrij lopen, tenminste wekelijks controleren.
6.4.1 Debiet min. / max.
Voorzover in de karakteristieken of gegevensbladen
geen andere gegevens zijn aangegeven, geldt:
Q
= 0,1 x Q
voor kortetijdbedrijf
min
BEP
Q
= 0,3 x Q
voor continubedrijf
min
BEP
Q
= 1,2 x Q
voor continubedrijf *)
max
BEP
Q
= Debiet in optimaal rendement
BEP
*) onder de voorwaarde NPSH
6.4.2 Abrasieve media
Bij
het
verpompen
abrasieve bestanddelen is een grotere slijtage
van hydraulica en asafdichting te verwachten.
De inspectie-intervallen moeten in vergelijking
met de gebruikelijke tijden worden gereduceerd.
6.4.3 Toelaatbare schakelfrequentie
De toelaatbare schakelfrequentie van de pomp mag
niet worden overschreden, zie diagram 6.
100,0
10,0
1,0
1
10
Motorleistung [kW]
Motorvermogen [kW]
Bij
elektromotoren
schakelfrequentie
in
bedrijfshandleiding aangegeven.
Bij van elkaar afwijkende waarden is de lagere
schakelfrequentie toegestaan
6.5 Smering van de lagers
6.5.1 Oliesmering
De lagerhouder moet met smeerolie worden
gevuld. Oliekwaliteit zie hoofdstuk 7.4.1.
Oliehoeveelheid zie hoofdstuk 7.4.1.
De pompen worden zonder olievulling geleverd!
LSN 100-dutch
Artikel nr. 771076041
moeten
worden
> (NPSH
+ 0,5 m)
Anlage
Pumpe
van
vloeistoffen
100
Diagram 6
staat
de
toelaatbare
de
bijgesloten
motor-
Blz. 14
Oliepeilglas (standaard uitvoering)
Olievulstop (637) eruit trekken en olie in
de aansluitopening (GF1) vullen.
Vulhoogte
tot het midden van het
oliepeilglas (642) (afb. 7). Vulhoogte
precies aanhouden. Overvol maken leidt
tot hogere lagertemperatuur en evt. tot
olielekkage. Een te laag oliepeil kan
onvoldoende smering veroorzaken.
Constantlevel-oliepot (speciale uitvoering)
Bij levering los bijgesloten.
Het glazen reservoir van het metalen basislichaam
afschroeven (rechtse schroefdraad) en voorlopig
opzij leggen.
Basislichaam in lagerhouder (330) bij aansluiting
voor constantlevel-oliepot (638) met behulp van
PTFE-afdichtband afdichten. Hierbij zo ver draaien
met
dat de schroefdraadaansluiting voor het reservoir
loodrecht omhoog wijst (afb. 8).
Olievulstop (637) aan lagerhouder-bovenzijde eruit
trekken en zo lang olie in de aansluitopening
(GF1) vullen tot het oliepeil
Met behulp van een trechter olie in het glazen
reservoir vullen (afb. 8).
Controleren of de O-ring op de buis van het
reservoir aanwezig is.
Gevuld reservoir in het basislichaam steken en
meteen
vastschroeven (afb. 8).
Nu stroomt de olie uit het reservoir in de
lagerruimte.
Deze procedure zo lang herhalen tot het reservoir
voor ca. 2/3 gevuld blijft.
Olie bijvullen zodra het oliepeil in het reservoir tot
ca. 1/3 gedaald is.
1000
6.5.2 Vetsmering
Vetkwaliteit zie hoofdstuk 7.4.2.
Vethoeveelheid zie hoofdstuk 7.4.2.
De lagers zijn al met lithiumzeepvet gevuld en dus
bedrijfsklaar.
Het gebruikte vet is voor een temperatuurgebied
van -30°C tot +90°C (buiten op de lagerhouder
gemeten) geschikt.
Nasmeren via de beide smeernippels (636).
Lagertemperatuur (gemeten op de lagerhouder)
mag maximaal 50°C boven de ruimtetemperatuur
liggen en niet hoger dan 90°C zijn, tenminste
wekelijks controleren. Bij vetsmering kan de
Bouwserie LSN
met
de
hand
tot
Afb. 8
Afb. 7
de
aanslag