Sensoren
De materiaaldruksensor vervangen
1.
Sluit de hoofdluchtafsluiter op de luchttoevoerleiding
en op het systeem.
2.
Ontlast de vloeistofdruk.
Zie de Drukontlastingsprocedure, pagina 17.
3.
Open het deksel van de bedieningskast.
Zie Gebruikersinterface/Regelkast, pagina 30.
4.
Koppel de druksensor (507) los van de FCM (218).
5.
Koppel de vloeistofdruksensor (507) los van het
doseerventiel (501).
506
6.
Vervang door een nieuwe vloeistofdruksensor en sluit
de druksensor opnieuw aan op de FCM.
3A0355ZAA
501
507
Kabelhaspel
Temperatuursensor (RTD)
1.
Sluit de hoofdluchtafsluiter op de luchttoevoerleiding
en op het systeem.
2.
Ontlast de vloeistofdruk.
Zie de Drukontlastingsprocedure; pagina 17.
3.
Open het deksel van de bedieningskast.
Zie Gebruikersinterface/Regelkast, pagina 30.
4.
Koppel de temperatuursensoren (506) los van de FCM
(218).
507
506
#5
5.
Verwijder de RTD-kabel (506) van de kabelhaspel.
6.
Vervang door een nieuwe temperatuursensor (RTD).
7.
Plaats de RTD-kabel (506) en kabelhaspel terug.
8.
Sluit de temperatuursensor (RTD) aan op stekker 5
van de FCM. Gebruik stekker 6 niet.
9.
Sluit het deksel van de bedieningskast.
Reparatie
#6
218
41