Reinigingsprocedure
1.
Zorg ervoor dat alle apparatuur is geaard.
Volg de procedure Aarding op pagina 15.
2.
Zorg ervoor dat de plaats waar het spuittoestel
gereinigd wordt; goed geventileerd is en verwijder
alle ontbrandingsbronnen.
3.
Schakel alle verwarmers uit en laat de apparatuur
afkoelen.
4.
Spoel het gemengde materiaal. Volg de procedure voor
De mengspruitstuk, de slang en het spuitpistool
spoelen op pagina 18.
5.
Voer de druk af. Voer de Drukontlastingsprocedure
uit op pagina pagina 17.
6.
Zet het spuittoestel af en schakel alle stroom uit.
Volg de procedure Plaats de stangen van de
vloeistofpomp op pagina 24.
7.
Reinig externe oppervlakken enkel met een doek die
ondergedompeld is in een oplosmiddel dat compatibel
is met het spuitmateriaal en het oppervlak dat gereinigd
moet worden.
8.
Laat het oplosmiddel lang genoeg drogen alvorens
het spuitapparaat te gebruiken.
3A0355ZAA
Reinigingsprocedure
25