Drukontlastingsprocedure
Voer altijd de drukontlastingsprocedure uit als
u dit symbool ziet.
Het systeem blijft onder druk staan totdat het handmatig
wordt ontlast. Voorkom ernstig letsel door vloeistof onder
druk, zoals injectie door de huid, opspattende vloeistof en
bewegende onderdelen, door deze Drukontlastingsprocedure
uit te voeren wanneer u stopt met spuiten en voordat u de
apparatuur reinigt, controleert of er onderhoud aan uitvoert.
Ontlast de vloeistofdruk aan de A-
en B-zijde
1.
Schakel de veiligheidspal in.
TI1949a
2.
Druk op
.
3.
Als er vloeistofverwarmers worden gebruikt, gebruik dan
primaire verwarmerschakelaars (BC) op de aansluitdoos
om deze uit te schakelen.
.
3A0355ZAA
4.
Als de voedingspompen worden gebruikt, sluit u ze
af door de luchtregelaar van de voedingspomp en
het luchtventiel van de voedingspomp te sluiten.
5.
Ontgrendel de veiligheidspal.
6.
Houd een metalen deel van het pistool stevig tegen een
geaarde metalen emmer met een spatbescherming.
Haal de trekker van het pistool over om de druk te
ontlasten in de materiaalslangen.
7.
Schakel de veiligheidspal in.
8.
Sluit de mengverdeelkleppen (AH, AJ).
LET OP
Om te voorkomen dat materiaal in de vloeistofleidingen
uithardt en schade aan de apparatuur veroorzaakt,
moet de mengslang altijd worden doorgespoeld nadat
de vloeistofdruk van A en B door het mengspruitstuk
is ontlast. Volg De mengspruitstuk, de slang en het
spuitpistool spoelen, pagina 18 i, wanneer u stopt
met spuiten of doseren, en voordat u de apparatuur
reinigt, controleert, onderhoudt of vervoert.
Drukontlastingsprocedure
TI1950a
TI1949a
17