Overzicht
Gebruik
XM meercomponenten spuitapparaten kunnen de meeste
tweecomponenten beschermende coatings van epoxy en
urethaan mengen en spuiten. Bij gebruik van snelbindende
materialen (verwerkingstijd van minder dan 10 minuten)
dient een mengverdeelstuk op afstand te worden gebruikt.
XM meercomponenten spuitapparaten worden bediend via
de gebruikersinterface, luchtregelaars en vloeistofregelaars.
Het XM-spuittoestel werkt onder persluchtdruk.
De XM-modelvarianten voor gevaarlijke locaties zijn voorzien
van een intrinsiek veilige dynamo die wordt aangedreven door
een persluchtturbine als stroomvoorziening. De werkdruk
van de wisselstroommodule moet worden ingesteld op
18 +/- 1 psi (12,6 +/- 10 kPa, 1,26 +/- 0,07 bar).
Locatie
XM-spuittoestellen zijn niet goedgekeurd voor gebruik
in gevaarlijke omgevingen tenzij het basismodel, alle
toebehoren, alle sets en alle bedrading voldoen aan de
lokale, staats- en nationale voorschriften. Zie Modellen,
pagina 9, om de gepaste plaats te bepalen voor uw
specifieke model.
3A0355ZAA
Aarding
De apparatuur moet worden geaard om het risico op statische
vonken en elektrische schokken te beperken. Elektrische
of statische vonken kunnen tot gevolg hebben dat dampen
ontbranden of ontploffen. Onjuiste aarding kan leiden tot
elektrische schokken. Aarding biedt de elektrische stroom
een ontsnapping.
Systeem: Sluit de aardingsdraad van de stroombron in
het elektrische compartiment aan zoals aangegeven in
Stroombron aansluiten in de bedieningshandleiding van
uw XM-spuittoestel (zie Bijbehorende handleidingen,
pagina 3). Verbind de aardklem van de aarddraad (FG)
van het XM-spuittoestel met een echte aardaansluiting.
Lucht- en vloeistofslangen: Gebruik alleen elektrisch
geleidende slangen met een maximale gezamenlijke
slanglengte van 152 m (500 ft) voor een goede doorlopende
aarding. Controleer regelmatig de elektrische weerstand
van de slang. Als de totale weerstand naar aarde hoger
is dan 29 megaohm, vervang de slang dan onmiddellijk.
Spuitpistool: Aard door aansluiting op een goed geaarde
vloeistofslang en pomp.
Emmers met oplosmiddel: Volg de plaatselijk geldende
voorschriften. Gebruik alleen geleidende metalen emmers;
plaats ze op een geaarde ondergrond. Plaats de emmer niet
op een niet-geleidende ondergrond, zoals papier of karton,
aangezien de continuïteit van de aarding dan wordt
onderbroken.
Voor een doorlopende aarding bij het spoelen of
ontlasten van de druk: Houd altijd het metalen gedeelte
van het spuitpistool stevig tegen een geaard metalen vat
en haal dan pas de trekker van het pistool over.
Te spuiten object: Volg de plaatselijk geldende voorschriften.
Vloeistoftoevoercontainer: Volg de plaatselijk geldende
voorschriften.
Luchtcompressor: Volg de aanbevelingen van de fabrikant.
Overzicht
FG
15