Reparatie
Materiaalregeleenheid
Doseerventieleenheid
1.
Voer de Drukontlastingsprocedure uit, pagina 17.
2.
Koppel alle vloeistofleidingen los van de
doseerventieleenheid (8). Zie Gewone onderdelen
XM-meercomponentenspuittoestellen op pagina 74.
3.
Verwijder de drie bouten (16) aan de achterkant
van elk doseerventiel (501) uit de console.
4.
Schroef de zittingen van de behuizing van de
doseerventielen los van de adapters op de mengverdeler.
5.
Koppel RTD (506) los van de kabelklem. Koppel de
druksensor (507) en vloeistofleidingadapter los van
elk doseerventiel (501).
501
Vloeistofleiding
Adapter
506
40
6.
Verwijder de doseerventielen. Zie de onderhouds-
en reparatie-instructies van uw doseerventiel.
7.
Volg de stappen in de omgekeerde volgorde om
de doseerventieleenheid terug te plaatsen.
Mix Mengspruitstukeenheid
1.
Voer de Drukontlastingsprocedure uit, pagina 17.
2.
Koppel de vloeistofleiding en leidingen voor het
oplosmiddel los van het mengverdeelstuk.
3.
Draai de vier bouten los die de mengverdeler (508)
vastmaken aan de console.
Bouten
Behuizing
4.
Schroef de zittingen van de behuizing van de
doseerventielen los van de adapters op de
Zitting
mengverdeler.
5.
Verwijder de vier bouten die de mengverdeler (508)
Adapter
vastmaken aan de console.
6.
Verwijder de mengverdelereenheid (508) uit de console.
Raadpleeg de handleiding van de mengspruitstuk voor
instructies met betrekking tot onderhoud en reparatie.
7.
Volg de stappen in de omgekeerde volgorde om de
mengspruitstukeenheid terug te plaatsen.
Bevestiging
16
ti21278a
508
Bevestiging
Bouten
3A0355ZAA