8. Zet de snelheidshendel terug in de
.
NEUTRAALSTAND
9. Instellen van de
de verbindingen in de linker en rechter
pompregelstangen (die de besturing verbinden
met de regelarmen van de pompen) bij totdat de
wielen stoppen, of langzaam achteruit kruipen
(Figuur
63).
10. Stel de linker pompverbinding in door de
sporingsknop te draaien.
11. Stel de rechter verbinding in door de dubbele
moeren met een sleutel te verdraaien
63).
1. Draai de sporingsknop
aan de linkerkant.
12. Zet de stuurhendels in de achteruit-stand. Oefen
een beperkte druk uit op de stuurhendels en laat
ze naar
NEUTRAAL
Opmerking:
De wielen moeten ophouden
met draaien of langzaam kruipen in de
achteruitstand.
13. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
14. Maak de verbindingsdraad los van de stekker
van de kabelboom en sluit de stekker aan op
de stoelschakelaar.
15. Neem de machine van de assteunen.
De aandrijvingspoelie van
de aftakas uitlijnen
Lijn de aandrijvingspoelie van de aftakas uit in de
volgende gevallen:
•
Na vervanging of onderhoud van de ventilator.
: stel
NEUTRAALSTAND
(Figuur
Figuur 63
2. Draai de dubbele moeren
aan de rechterkant.
terugkeren.
•
Na het losmaken van de bevestigingsbouten van
de motor of vervanging of verstelling van de motor.
•
Na het losmaken van de bevestigingsbouten van
de omloopas of vervanging of verstelling van de
omloopas.
1. Stop de machine en duw de snelheidshendel
naar de
NEUTRAAL
2. Schakel de aftakas uit, schakel de parkeerrem
in, stop de motor, en wacht totdat alle
bewegende delen tot stilstand zijn gekomen.
3. Verwijder de bevestigingsmoeren van de
brandstoftank en zwaai de brandstoftank naar
buiten.
4. Controleer dat de ventilator gemonteerd is en
goed vastzit.
5. Maak de vier bevestigingsbouten van de motor
los.
6. Maak de spanveer van de pompriem los.
7. Maak de vier bevestigingsbouten van de
omloopas los.
8. Meet vanaf de poelie van de ventilator: verstel
de motor en de omloopas totdat de achterkanten
van alle 3 poelies binnen 0,8 tot 1,6 mm gelijk
liggen
(Figuur
Opmerking:
liniaal.
g006843
1. Lijn de vlakken van deze
3 aandrijvingspoelies van
de pomp uit binnen 0,8 tot
1,6 mm.
9. Trek de 4 bevestigingsbouten van de motor en
de 4 bevestigingsbouten van de omloopas aan.
Controleer de uitlijning na het aantrekken van
de bouten.
10. Monteer de spanveer van de pompriem.
11. Zwaai de brandstoftank naar binnen en plaats
de bevestigingsmoeren van de tank.
52
-stand.
64).
Lijn de 3 vlakken uit met een
Figuur 64
2. Lijn de vlakken van deze
3 aandrijvingspoelies van
de aftakas uit binnen 0,8
tot 1,6 mm.
g006846