Machine starten met
startkabel
1. Controleer de accupolen op roestvorming en
verwijder roest voordat u de machine start met
een startkabel. Zorg dat de verbindingen stevig
vastzitten.
VOORZICHTIG
Roest en losse verbindingen kunnen
op om het even welk moment van de
startprocedure ongewenste elektrische
spanningspieken veroorzaken.
Gebruik om de machine te starten niet
de startkabel met losse of verroeste
accupolen: dit kan schade aan de motor
of de EFI veroorzaken.
GEVAAR
Het gebruik van startkabels als de
accu in slechte staat is en gebarsten of
bevroren is, of een laag accuzuurpeil
heeft of open/kortgesloten cellen heeft,
kan leiden tot een explosie en ernstig
lichamelijk letsel.
Gebruik geen startkabels op een zwakke
accu die zulke eigenschappen vertoont.
2. Gebruik als startaccu een goede, volledig
opgeladen zuur-loodaccu met een spanning van
minstens 12,6 V.
Opmerking:
Gebruik korte startkabels van de
juiste grootte om het spanningsverlies tussen
de systemen te beperken. Zorg ervoor dat
de kabels voorzien zijn van een kleurcode of
markering voor de juiste polariteit.
VOORZICHTIG
De startkabels onjuist aankoppelen
(verkeerde polariteit) kan het EFI-systeem
ogenblikkelijk beschadigen.
Controleer de polariteit van de accupolen
en de startkabels voordat u de accu's
verbindt.
WAARSCHUWING
Accu's bevatten zuur en produceren
ontvlambare gassen.
• Bescherm te allen tijde uw ogen en
gezicht voor de accu's.
• Leun niet over de accu's.
Opmerking:
vastzitten en horizontaal zijn. Indien vochtige
doeken voorhanden zijn, legt u deze over de
vuldoppen van de accu's. Zorg er ook voor dat
de machines elkaar niet raken, dat de beide
elektrische systemen uitgeschakeld zijn en dat
ze hetzelfde nominale voltage hebben. Deze
instructies gelden alleen voor negatief geaarde
systemen.
3. Koppel de pluskabel (+) aan op de pluspool (+)
van de ontladen accu die verbonden is met de
starter of de solenoïde; zie
1. Pluskabel (+) van de
ontladen accu
2. Pluskabel (+) van de
startaccu
3. Minkabel (-) van de
startaccu
4. Minkabel (-) van het
motorblok
4. Koppel het andere uiteinde van de pluskabel
aan op de pluspool van de startaccu.
5. Sluit de zwarte minkabel (-) aan op de andere
pool (min) van de startaccu.
6. Maak ten slotte de laatste aansluiting op het
motorblok van de machine met de lege accu
(niet op de accupool), op enige afstand van de
accu, en hou een veilige afstand aan
49).
43
Zorg dat de vuldoppen stevig
Figuur
48.
Figuur 48
5. Startaccu
6. Ontladen accu
7. Motorblok
g012785
(Figuur