9. Zet de remmen aan en uit om het goed
inschakelen en loskomen te controleren. Wijzig
de instelling indien noodzakelijk.
Opmerking:
Als de remmen uitgeschakeld
zijn moet er weinig tot geen speling zijn in de
verbinding, en mogen de remmen niet aanlopen.
Onderhoud riemen
Riemen controleren
Onderhoudsinterval: Om de 40 bedrijfsuren
1. Stop de machine en duw de snelheidshendel
naar de
NEUTRAAL
2. Schakel de aftakas uit, schakel de parkeerrem
in, stop de motor, en wacht totdat alle
bewegende delen tot stilstand zijn gekomen.
3. Til de grasvangbak omhoog, controleer de
aandrijfriemen van de pompen en aftakas op
slijtage, barstjes of vervuiling.
Opmerking:
veerspanning er is geen instelling nodig, tenzij
de riemen worden vervangen.
Vervangen van de
aandrijfriemen van de
aftakas
1. Stop de machine en duw de snelheidshendel
naar de
NEUTRAAL
2. Schakel de aftakas uit, schakel de parkeerrem
in, stop de motor, en wacht totdat alle
bewegende delen tot stilstand zijn gekomen.
3. Met uitgeschakelde motor: schakel de
aftakashendel in en verwijder de haarspeldveer
en gaffelpen onderaan de remband van de
aftakas.
4. Draai de remband naar boven zodat deze de
riemen niet in de weg zit.
5. Schakel aftakashendel uit.
6. Maak de riemgeleiders los: A en B
7. Verwijder de riemen.
8. Plaats de nieuwe riemen op de poelies zoals
in
Figuur
57.
48
-stand.
De riemen staan onder
-stand.
(Figuur
57).