Instellen van de
riemgeleiders
1. Stop de machine en duw de snelheidshendel
naar de
NEUTRAAL
2. Schakel de aftakas uit, schakel de parkeerrem
in, stop de motor, en wacht totdat alle
bewegende delen tot stilstand zijn gekomen.
3. Schakel de aftakashendel in terwijl de motor
uitgeschakeld is.
4. Stel de riemgeleiders in zoals in
Figuur 60
1. 3 mm
2. 11 mm
3. 3 mm speling
-stand.
Figuur
60.
4. Draai de
draadvormgeleider naar
de middelste riemen in de
geleider.
5. 6 mm
6. 8 mm
Onderhoud
bedieningsysteem
Instelling van de
achteruit-stop stang
1. Stop de machine en duw de snelheidshendel
naar de
NEUTRAAL
2. Schakel de aftakas uit, schakel de parkeerrem
in, stop de motor, en wacht totdat alle
bewegende delen tot stilstand zijn gekomen.
3. Controleer de beweging van de stuurhendels:
•
Als de hendels iets naar voren kunnen
bewegen, max. 3 mm, dan is er geen
instelling nodig.
•
Als de hendels niet bewegen voer dan de
volgende stappen uit:
A. Klap de stoel naar boven, of verwijder
het stoelframe (met daarop de stoel
gemonteerd), voor een goed zicht op de
g006839
stuuras om deze instelling te maken.
B. Zet de snelheidshendel in de
NEUTRAAL
C. Zet de parkeerrem vrij.
D. Stel de lengte van de stang in door de
contramoer los te maken en de stang
te draaien.
1. Parkeerrem
2. Moer
3. Stuurhendel
E. Schakel de parkeerrem in en controleer
de stuurhendels.
50
-stand.
-stand.
Figuur 61
4. Toerenregelaar
5. Gaffelpen en stopstang
g020490