Figuur 24
Vooruit- en achteruitrijden
Met de gashendel regelt u de snelheid van de motor,
oftewel het toerental (in omwentelingen per minuut).
Zet de gashendel op Snel om de beste prestaties te
verkrijgen. Laat de motor tijdens het maaien altijd vol
gas draaien.
VOORZICHTIG
De machine kan zeer snel ronddraaien. U kunt
daarbij de controle over de machine verliezen.
Dit kan leiden tot lichamelijk letsel en schade
aan de machine.
• Wees voorzichtig als u een bocht maakt.
• Verminder de snelheid van de machine
voordat u een scherpe bocht maakt.
Vooruitrijden
Opmerking:
Om vooruit of achteruit te rijden, moet
u in de bestuurdersstoel zitten en de remhendel moet
uitgeschakeld zijn (naar beneden geduwd) voordat
de snelheidshendel naar voren kan worden gezet.
Anders zal de motor afslaan.
Stoppen van de machine: duw de snelheidshendel
naar de
NEUTRAAL
1. Start de motor.
2. Schakel de parkeerrem uit; zie
uitschakelen (bladz.
3. Om recht vooruit te rijden beweegt u de
snelheidshendel naar voren.
Opmerking:
van de
NEUTRAALSTAND
sneller de machine rijdt.
4. Om naar links of naar rechts te draaien trekt
u 1 van de stuurhendels naar achteren, naar
neutraal, in de gewenste richting.
5. Stoppen van de machine: duw de
snelheidshendel terug naar de
Achteruitrijden
1. Om de machine recht achteruit te rijden,
beweegt u beide stuurhendels evenveel
achteruit.
Om naar links of naar rechts te draaien
vermindert u de druk op de stuurhendel in de
gewenste richting.
2. Om de machine te stoppen, laat u de
stuurhendels los zodat deze naar de
g032744
neutraalstand gaan.
Bestuurdersstoel
ontgrendelen
Om de stoel te ontgrendelen verwijdert u de bout en
de pen aan de linkerkant van de stoel
1. Bout en pen
De maaihoogte instellen
De maaihoogte van het maaidek is instelbaar van 2,5
tot 10,2 cm, in stappen van 6,3 mm.
24
-stand.
De handrem
22).
Hoe verder u de snelheidshendel
weg beweegt, hoe
NEUTRAALSTAND
(Figuur
Figuur 25
.
25).
g034253