84
Instellingen
Het telefoonnummer se-
/
Ï
J
lecteren of invoeren
waarnaar de oproepen
moeten worden doorge-
schakeld.
§Mailbox§
mers kopiëren of invoe-
ren.
Bevestigen. Na een korte
C
pauze wordt de doorscha-
keling door het netwerk
bevestigd.
Alle oproepen
Alle oproepen worden doorgescha-
keld.
Pictogram boven aan het
display in de stand-by-
Ç
stand.
Onbereikbaar
Doorschakeling vindt plaats wan-
neer de telefoon wordt uitgescha-
keld of zich buiten bereik van het
netwerk bevindt.
Geen gehoor
Een gesprek wordt uitsluitend door-
geschakeld na een vertraging die
wordt bepaald door het netwerk. De-
ze periode kan maximaal dertig se-
conden bedragen met tussenpozen
van vijf seconden.
Bezet
Doorschakeling vindt plaats tijdens
een gesprek. Als de functie
is ingeschakeld (pag. 25),
sprek
hoort u tijdens een telefoongesprek
de wisselgesprektoon ten teken dat
er een tweede oproep binnenkomt.
Voicemailnum-
b
Wisselge-
Ontvangt fax
Faxberichten worden doorgescha-
keld naar een faxnummer.
Ontvangt data
Gegevens worden doorgeschakeld
naar het telefoonnummer van een
PC.
Extra informatie
Bedenk dat de doorschakeling wordt opge-
slagen in het netwerk en niet in het toestel
(bijvoorbeeld wanneer de SIM-kaart wordt
vervangen).
Doorschakeling opnieuw inschakelen
De laatste doorschakeling is opgeslagen.
Ga op dezelfde manier verder als bij "Door-
schakeling instellen". Het opgeslagen tele-
foonnummer wordt weergegeven. Bevestig
het doorschakelnummer.
Oproepfilter
Alleen oproepen met telefoonnum-
mers, die in het telefoonboek/adres-
boek staan of aan een groep zijn toe-
gewezen worden aangekondigd. De
overige oproepen worden alleen op
het display gemeld.
Elke toets
Inkomende oproepen kunnen wor-
den aangenomen door op een wille-
keurige toets te drukken (behalve de
toets
).
B
Minutentoon
U hoort tijdens het gesprek elke mi-
nuut een korte signaaltoon (piep-
toon) als herinnering aan de verstre-
ken tijd. Uw gesprekspartner hoort
dit signaal niet.
b
b
b