OK
Fig. 4.23. Het kiezen van
de juiste hoogte-instel-
ling. Gebruik de ▲ en ▼
knoppen om deze waarde
te veranderen.
OK
Fig. 4.24. Het kiezen van
de gewenste persoonlijke
instelling. Gebruik de ▲
en ▼ knoppen om deze
waarde te veranderen.
OK
Fig. 4.25. Het kiezen van
de gewenste RGBM instel-
ling. Gebruik de ▲ en ▼
knoppen om deze instelling
te veranderen.
52
4.2. SIMULATIESTAND [2 SIMUL]
De duiksimulator kan gebruikt worden om be-
kend te raken met de verschillende mogelijk-
heden en displays van de Vytec DS, voordat u
ermee gaat duiken. Deze functie is ook uiter-
mate geschikt voor het gedetailleerd plannen
van duiken, voor het geven van demonstraties
en voor lesdoeleinden.
De duikcomputer heeft twee simulatiemogelijk-
heden (Fig. 4.16):
•
De DUIKSIMULATOR (Fig. 4.17) en
•
De DUIKPLANNER (Fig. 4.19).
In de simulatiestand gaat de tijd 4 x zo snel als
in werkelijkheid, dwz. dat 15 seconden gelijk
staat aan 1 minuut duiktijd in de simulator.
4.2.1. Duiksimulator [1 SIMDIVE]
De duiksimulator is uitermate geschikt om ver-
trouwd te raken met de duikcomputer en om
duiken te plannen. De duiksimulator stelt u in
staat om duiken 'uit te voeren' en te zien wat de
computer in bepaalde situaties weer zou ge-
ven en hoe deze reageert. In de simulatie kunt
u alle normale duikinformatie zien inclusief alle
waarschuwingen en alarmsignalen.
Om de duiksimulator te activeren kiest u ach-
tereenvolgens MODE – 2 SIMUL – 1 SIMDIVE
(Fig. 4.17 en 4.18).
4.2.2. Duikplanner [SIMPLAN]
De duikplanner kunt u gebruiken om de hui-
dige geen-decompressielimieten (nultijden)
voor verschillende diepten te bekijken. In deze
stand kunt u naar wens een oppervlakte-inter-
val invoeren waarmee de computer rekening
houdt bij zijn berekeningen.
Tevens kunt u hiermee de gewenste opper-
vlakte-interval instellen voor de simulatie. Ver-
leng de huidige oppervlakte-interval met de
TIME en PLAN knoppen.