het decompressieplafond steeds dieper wordt en de benodigde opstijgtijd
langer wordt. De optimale decompressiezone zal zich langzaam naar het
wateroppervlakte verplaatsen tijdens het decomprimeren.
Als de duik op een ruwe zee gemaakt wordt kan
het moeilijk zijn om dicht bij de oppervlakte op een
constante diepte te blijven. Houd in zo'n situatie een
grotere decompressiediepte aan dan voorgeschre-
ven, om te voorkomen dat u door golfbewegingen
boven het decompressieplafond uitgetild wordt.
Suunto raadt dan aan om uw decostops te maken
beneden 4 meter diepte, ook al ligt het plafond on-
dieper.
LET OP! Dit kost meer tijd en lucht dan wanneer
u zich dicht bij het plafond bevindt.
WAARSCHUWING!
STIJG NOOIT OP TOT BOVEN HET DECOM-
PRESSIEPLAFOND! U mag nooit tot boven
het decompressieplafond stijgen! Om dit te
voorkomen kunt u het beste iets dieper dan
het plafond uw decompressiestops maken. De
decompressiezone is het gebied tussen het
decompressieplafond en de decompressie-on-
dergrens, waar u effectief en veilig uw decom-
pressie uit kunt voeren.
HET DISPLAY BENEDEN DE
DECOMPRESSIE-ONDERGRENS
Een knipperend ASC TIME-symbool en een
naar boven wijzende driehoek willen zeggen dat u
zich beneden de decompressiezone bevindt en
op moet stijgen (3.16). De diepte van het decom-
pressieplafond staat rechtsboven op het display.
De minimaal benodigde opstijgtijd staat daaron-
der, rechts van het midden op het display, onder
ASC TIME.
HET DISPLAY BOVEN DE
DECOMPRESSIE-ONDERGRENS
Wanneer u zich naar een diepte begeeft, waarop
decompressie plaats kan vinden stopt het ASC
TIME-symbool met knipperen. Decompressie in
dit gebied is erg traag, daarom moet u uw opstij-
ging vervolgen (Fig. 3.17).
m
CEILING
STOP
AIR TIME
C
B
T
bar
DIVE TIME
Fig. 3.15. Een over-
schrijding van de Ver-
plichte Veiligheidsstop.
U moet afdalen tot bene-
den het zgn. 'plafond'.
m
CEILING
STOP
AIR TIME
C
B
bar
T
DIVE TIME
Fig. 3.15b Deep stop.
Pijltjes geven aan dat u
zich op de juiste diepte
bevindt. Er zijn nog 59
seconden te gaan.
29