Configuratie
Instelling
STOP
MAINT SIGNAL (onderh.
signaal)
CAL SIGNAL (kal-signaal)
REMOTE STANDBY
(externe stand-by)
TEMP SWITCH
(temperatuurschakelaar)
62
Tabel 15 Instellingen RELAY (relais) (vervolg)
Beschrijving
Het relais wordt ingeschakeld
wanneer de analyser wordt
gestopt.
Opmerking: Stand-by op afstand
schakelt het relais niet in.
Het relais wordt ingeschakeld
wanneer de
onderhoudsschakelaar (ingang
22) wordt ingeschakeld.
Het relais wordt ingeschakeld
wanneer een nulpunt- of span-
kalibratie of een nulpunt- of
span-controle wordt gestart.
Het relais wordt ingeschakeld
wanneer de stand-
byschakelaar op afstand
(digitale ingang) wordt
ingeschakeld.
Het relais wordt ingeschakeld
wanneer de
temperatuurschakelaar van de
analyser de ventilator
inschakelt (standaard 25 °C).
3. Selecteer MAINTENANCE (onderhoud) > COMMISSIONING (ingebruikname) >
RELAY PROGRAM (relaisprogramma).
4. Selecteer en configureer elke optie naar wens.
Optie
Beschrijving
COMMON
Stelt de inactieve toestand van het storingsrelais (relais 20) en de toestand
FAULT
die het storingsrelais inschakelt in.
(algemene
Eerste instelling - Stelt de inactieve toestand van het storingsrelais in. N/E
storing)
(standaard)-Normaal bekrachtigd, gesloten (standaard). N/D-Normaal
spanningsloos, open.
Tweede instelling: Hiermee stelt u de voorwaarde in waarmee het
storingsrelais wordt ingeschakeld. STOP/FAULT (stop/storing) (standaard)-
Het relais wordt ingeschakeld wanneer er een systeemfout optreedt of de
analyser wordt gestopt. FAULT ONLY (alleen storing)-Het relais wordt
ingeschakeld wanneer er een systeemstoring optreedt.
Opmerking: Het relais gaat terug naar de inactieve toestand wanneer de
systeemstoring wordt bevestigd.
Instelling
Beschrijving
SAMPLER EMPTY
Het relais wordt gedurende
(sampler leeg)
5 seconden ingeschakeld nadat het
omkeren van de monsterpomp is
voltooid. Het relais regelt de
sampler.
SAMPLE STATUS
Het relais wordt ingeschakeld als er
(monsterstatus)
geen monster is of als de kwaliteit
van het monster lager is dan 75%
(standaard). Als er bijvoorbeeld
veel luchtbellen in de
stroom/handmatige momentaan
monsterslangen zitten.
SAMPLE FAULT
Het relais wordt ingeschakeld
1 (monsterstoring 1)
wanneer het externe
ingangssignaal SAMPLE FAULT
1 (monsterstoring 1) wordt
geactiveerd.
SAMPLER ERROR
Het relais wordt ingeschakeld
(samplerfout)
wanneer er een BioTector-
samplerfout optreedt.
CO2 ALARM (CO2-
Het relais wordt ingeschakeld
alarm)
wanneer er een CO2 ALARM
(CO2-alarm) optreedt.