Vrijloop-vergrendeling, vervolg:
NEUTRAL
VRIJLOOP
ON DERHOUOSPOSITIE
SERVICE POSITION
Figuur 10
Om het werk van de onderhoudsmonteur te vergemakkelijken, is de achterzijde van de vooruit/achteruit-hendel voorzien
van een vergrendelingsnok. Wanneer deze nok ongeveer 10 mm naar buiten wordt getrokken en een halve slag
gedraaid, tot hij vastklikt, staat de nok in de SERVICE (onderhoud) positie (zie figuur 10). De monteur kan nu voor
bepaalde onderhoudsprocedures de motor in vrijloop laten draaien. Het voertuig zal niet rijden wanneer de
vooruit/achteruit-hendel in vooruit of achteruit wordt geplaatst. Om de nok weer in de OPERATE (gebruik) positie te
plaatsen, trekt u hem ongeveer 10 mm naar buiten en draait u hem een halve slag tot hij vastklikt (zie figuur 11).
Lees ook onderstaande WAARSCHUWING en OPMERKING.
WAARSCHUWING
• WANNEER DE VERGRENDELINGSNOK IN DE SERVICE POSITIE STAAT EN DE MOTOR DRAAIT, KAN HET
VOERTUIG ONVERWACHT BEWEGEN INDIEN MEN DE VOORUIT/ACHTERHENDEL VERPLAATST OF ER
PER ONGELUK TEGEN STOOT. VOORKOM DIT DOOR DE VOOR- EN ACHTERWIELEN TE BLOKKEREN EN
DE PARKEERREM ALTIJD IN TE SCHAKELEN VOOR U HET VOERTUIG ONDERHOUDT OF VERLAAT.
OPMERKING
• PLAATS DE VERGRENDELINGSNOK NA HET ONDERHOUD WEER IN DE OPERATE POSITIE. ZONIET
ZAL HET VOERTUIG NIET RIJDEN, ONGEACHT DE STAND VAN DE VOORUIT/ACHTERUITHENDEL.
Choke
De choke bevindt zich op het voorpaneel van de bank, onder en links van de linkerknie van de bestuurder). Indien het
voertuig bij koude temperaturen moeilijk start, gebruikt u de choke:
• Carryall I: druk met uw linkerhand op de chokeknop om de choke in werking te stellen. Houdt de knop tijdens het
starten ingedrukt en laat deze los wanneer de motor start en vlot draait (zie figuur 12).
• Carryall II en Carryall Turf II: trek de chokeknop uit om de choke in werking te stellen. Druk deze weer in
wanneer de motor vlot begint te draaien (zie figuur 13).
Olielampje
De DS golfwagen met benzinemotor heeft op het dashboard, net boven de stuurkolom, een verklikkerlampje voor het
oliepeil (zie figuur 13). Indien dit lampje brandt, moet u de olie controleren en zo nodig olie bijvullen voor u het voertuig
verder gebruikt. Het voertuig mag nooit blijven rijden wanneer het lampje onafgebroken brandt. Als het lampje aan en
uit gaat, mag u blijven rijden maar moet u zo snel mogelijk olie bijvullen. Als het oliepeil correct is maar het lampje blijft
branden, laat u het voertuig nakijken door een getrainde monteur.
20
FORWARD
VOORUIT
VRIJLOOP
NEUTRAL
FORWARD
GEORUIKSPOSITIE
OPERATE POSITION
Figuur 11
VOORUIT