CGWH-SVX01E-NL
Bedrijf
Regelsysteem
De regeling vindt plaats via de
CH530 regelmodule.
Werking van unit
•
Controleer of de gekoeldwater-
pomp(en) werkt (werken)
•
Start de unit met de CH530 door
op "Auto" te drukken. De unit
werkt correct als de waterstroom
toereikend is. De compressoren
zullen opstarten zodra de uittre-
detemperatuur van het water in
de verdamper boven het instel-
punt van de regelmodule komt.
Wekelijks starten
•
Controleer of de gekoeldwater-
pomp(en) werkt (werken)
•
Druk op "Auto" op de module
zodat de koeler in werking kan
treden.
Uitschakeling tijdens weekend
•
Indien de unit voor korte tijd
moet worden stilgezet: zet de
unit met de CH530 stil door
op "Stop" te drukken.
•
Als de unit voor een langere
periode wordt uitgeschakeld,
zie "Seizoenstop" hieronder.
•
Zorg ervoor dat alle
voorzorgsmaatregelen worden
genomen om de compressor
tegen weglekken van koelmiddel
te beschermen.
•
Zet de algemene en stuurstroom-
onderbrekerschakelaars niet op
uit.
Seizoenstop
•
Controleer de waterstroom en de
beveiligingen.
•
Controleer het percentage
ethyleenglycol in het
gekoeldwatercircuit als glycol
nodig is.
•
Voer de lekkagetest uit.
•
Voer een olie-analyse uit.
•
Noteer de bedrijfsdruk,
temperaturen, stroomsterktes
en spanning.
•
Controleer de werking van
de machine/vergelijk de
bedrijfsomstandigheden met de
oorspronkelijke gegevens van
inbedrijfstelling.
•
Zet de unit met de CH530 stil
door op "Stop" te drukken.
•
Zorg ervoor dat alle
voorzorgsmaatregelen worden
genomen om de compressor
tegen weglekken van koelmiddel
te beschermen.
•
Noteer het bezoek in het
onderhoudslogboek en bespreek
het met de operator.
•
Zet de algemene en stuurstroom-
onderbrekerschakelaars niet op
uit.
Inbedrijfstelling na seizoenstop
•
Controleer de waterstroom en
de beveiligingen.
•
Controleer het percentage
ethyleenglycol in het gekoeldwa-
tercircuit als glycol nodig is.
•
Controleer de bedrijfsinstelpunten
en de prestaties.
•
Kalibreer de regelaars.
•
Controleer de werking van alle
veiligheidsvoorzieningen.
•
Inspecteer de contacten en haal
de aansluitingen aan.
•
Meet de wikkelingen van de
motorcompressor met een
mega-ohmmeter.
•
Noteer de bedrijfsdruk, temperatu-
ren, stroomsterktes en spanning.
•
Voer de lekkagetest uit.
•
Controleer de configuratie van
de regelmodule van de unit.
•
Ververs de olie, indien nodig,
op basis van de resultaten van
de olie-analyse uitgevoerd
tijdens de seizoenstop.
•
Controleer de werking van
de machine/vergelijk de
bedrijfsomstandigheden met
de oorspronkelijke gegevens
van inbedrijfstelling.
•
Noteer het bezoek in het onder-
houdslogboek en bespreek het
met de operator.
21