Inhoudsopgave
Advertenties
Bedrijfsparameters
•
Gekoeldwaterdrukval door de
verdamper (als geen hydraulische
module geïnstalleerd is) of de
beschikbare druk van de unit.
Dit moet overeenkomen met de
Trane orderbevestiging.
•
Oververhitting: het verschil
tussen aanzuigtemperatuur
en dauwpunttemperatuur.
De normale oververhitting moet
met R407C tussen 4 en 7º C liggen.
•
Onderkoeling: het verschil
tussen vloeibare temperatuur en
blaaspunttemperatuur. De normale
onderkoeling moet met R407C
tussen 2 en 10º C liggen.
•
In geval van condensor: het
verschil tussen dauwpunt-
temperatuur onder hoge druk
en luchtinlaattemperatuur van
condensor. Normale waarde op
standaardunit met R407C, moet
bij volle belasting tussen 15 tot
23º C liggen.
•
In geval van verdamper:
het verschil tussen
uittredewatertemperatuur
en dauwpunttemperatuur bij
lage druk. Normale waarde
op standaardunit, zonder
ethyleenglycol in gekoeld
water, moet ongeveer + 2-3º C
bedragen.
Laatste controle:
Als de unit correct werkt:
•
Controleer of de unit schoon
is en verwijder evt. vuil,
gereedschappen, enz.
•
Alle kleppen staan in
de gebruiksstand.
•
Sluit de deuren van het
bedienings- en starterpaneel en
controleer de bevestiging van
de panelen.
18
Algemene inbedrijfstelling
VOORZICHTIG!
• Voor de geldigheid van garantie
moet elke inbedrijfstelling die
door de klant zelf wordt uitge-
voerd in een gedetailleerd rapport
worden vastgelegd dat zo snel
mogelijk naar het dichtstbijzijnde
Trane kantoor gestuurd moet wor-
den.
• Een motor waarvan de isolatie-
weerstand lager is dan 2 megaohm
mag niet worden opgestart.
• De fase-onbalans mag nooit
groter zijn dan 2%.
• De voedingsspanning van de
motoren mag niet meer dan 5%
afwijken van de nominale spanning
op het typeplaatje van de motor.
• Een overdadige olie-emulsie in
de compressor geeft aan dat er
koudemiddel aanwezig is in de
olie, waardoor de compressor
onvoldoende gesmeerd wordt.
Schakel de compressor uit
en neem contact op met een
Trane monteur.
• Een teveel aan olie in de
compressor kan de compressor
beschadigen. Raadpleeg de
Trane monteur voordat u olie
bijvult. Gebruik alleen door
Trane aanbevolen producten.
• De compressoren moeten in één
bepaalde draairichting werken.
Als het hogedrukkoudemiddel
stabiel blijft in de 30 seconden na
het opstarten van de compressor,
moet de unit onmiddellijk
uitgeschakeld worden en moet de
draairichting met behulp van een
fasemeter gecontroleerd worden.
VOORZICHTIG!
• Het gekoeldwatercircuit kan
onder druk staan. Laat deze druk
zakken voordat u het systeem
opent om het watercircuit te
spoelen of bij te vullen. Als deze
instructie niet wordt opgevolgd,
kan het onderhoudspersoneel
persoonlijk letsel oplopen.
• Als een reinigingsoplossing wordt
gebruikt in het gekoeldwatercircuit,
moet de koelmachine geïsoleerd
worden van het watercircuit om
schade aan de koelmachine en de
waterleidingen van de verdamper
te voorkomen.
Koudemiddelvulling – CCUH
Na het testen van de systeemdruk
en het uitvoeren van een vacuümtest
vult u de unit met koudemiddel
zoals aangegeven in tabel 13-14.
De hoeveelheid die wordt bijgevuld,
moet overeenkomen met de
doorsnede en de lengte van de
koudemiddelleiding zodat de juiste
onderkoelingtemperatuur wordt
bereikt: De onderkoeling = 5º C bij
een vloeistoftemperatuur van 40º C.
Olievulling
De hoeveelheid olie voor het
gedeelde systeem moet aan
de doorsnede en lengte van de
koudemiddelleidingen worden
aangepast.
Tabel 15 – Hoeveelheid olie per
compressor
Compressor
L
10T
3,8
15T
6,6
LET OP! Gebruik uitsluitend
PEO-olie die door Trane wordt
aanbevolen.
CCUH wordt geleverd met
stikstofvulling.
CGWH-SVX01E-NL
Advertenties
Inhoudsopgave
