Onderhoud
Onderhoud
Onderhoud
Onderhoud
Bij onderhoud van deze apparatuur kan het nodig zijn in de buurt van onderdelen te komen die elektrische
schokken of andersoortig ernstig letsel kunnen geven, indien het werk niet goed wordt uitgevoerd. Bewegende
onderdelen, zoals de isolatieklep, kunnen vingers amputeren of snijwonden veroorzaken.
• Pleeg uitsluitend onderhoud aan deze uitrusting als u daartoe opgeleid en bevoegd bent.
• Om het risico op ernstig letsel te verminderen, dient u de
enig onderdeel van het systeem gaat controleren, onderhouden of repareren en steeds als u de opdracht
krijgt om de druk te ontlasten.
• Leef alle ter plaatse geldende wetten, regels en voorschriften na.
Om het risico op brand, explosies en elektrische schokken te verminderen: doe het volgende voordat u het
pistool spoelt:
• Voer de
Procedure voor het ontladen van vloeistofspanning en aarding, page 29
aan-uitschakelaar in de uitstand (O) voordat u het systeem spoelt, inspecteert of er onderhoud aan uitvoert en
wanneer u de opdracht krijgt om de spanning te ontladen.
• Reinig alle onderdelen met een niet-ontvlambare vloeistof zoals beschreven in
• Raak tijdens het bedienen, of tot u de
uitgevoerd, de spuitmond van het pistool niet aan en kom niet dichterbij dan 100 mm van de spuitmond.
Routineonderhoud
Routineonderhoud
Routineonderhoud
Voordat u onderhoud uitvoert moet u het systeem daarop voorbereiden. Voer de
Het systeem voorbereiden voor onderhoud, page 71
Table 8 8 8 Onderhoudsschema
Onderhoudsschema
Table
Table
Onderhoudsschema
Onderhoudstaak
Onderhoudstaak
Onderhoudstaak
Spoel het systeem regelmatig. Voer de stappen in
Het systeem spoelen (systemen zonder kleurwissel), page 33
Het systeem spoelen (systemen met ingeschakelde kleurwissel), page 35
Spoel vóór het wisselen van vloeistof, voordat de vloeistof kan indrogen in het apparaat,
aan het einde van de dag, vóór de opslag van de apparatuur en voordat u de apparatuur
gaat repareren.
Controleer op vloeistoflekkage. Voer de stappen in
Controleren op vloeistoflekkage, page 71
Veeg eventuele ophopingen weg van de componenten van de isolatieklep.
Controleer of het peil van de reinigingsvloeistof hoger ligt dan de minimumlijn die op
de reinigingsvloeistoffles is aangegeven. Vul of vervang de fles zo nodig. Volg de
De reinigingsvloeistof vervangen, page
Reinig het pistool. Zie de handleiding van uw pistool.
Voer een pompblokkeertest uit. Voer de
Verricht deze taak telkens als u vloeistof waarneemt bij de draineeropeningen op de
isolatievloeistofpomp of wanneer onderhoud wordt gepleegd aan de pomp.
Controleer de ontlaadweerstand. Voer de stappen in
Ontlaadweerstand controleren, page 73
Zie handleiding 312794 voor onderhoud van de Merkur AA-vloeistofpomp.
Zie
Bijbehorende handleidingen, page 3
70
Drukontlastingsprocedure, page 31
Procedure voor het ontladen van vloeistofspanning en aarding, page 29
uit.
uit.
72.
Procedure voor een pompblokkeertest, page 64
uit.
.
uit en zet de ES
Modellen, page
of
uit.
te volgen voordat u
5.
hebt
Dagelijks
Wekeli-
Dagelijks
Dagelijks
Wekeli-
Wekeli-
jks
jks
jks
�
�
�
�
�
uit.
�
3A8462C