Betrieb
9. Als het de bedoeling is om het systeem af te
sluiten en een onderhoudsbeurt te geven, laat
ook eventuele restdruk af van de twee flexibele
vloeistofleidingen tussen de inlaatkleppen (J) en
de isolatievloeistofpomp (K).
Note
De inhoud van de isolatievloeistofpomp
(K) kan daarbij in de kast morsen. Als de
pomp leeg is, zit er maar weinig vloeistof
meer in de leidingen en kan maar een
kleine hoeveelheid vloeistof morsen.
a. Om de vloeistofdruk tussen de vloeistofklep
(J) en de isolatieklep (G) te ontlasten, maakt
u voorzichtig een van de wartelfittingen los.
b. Om de vloeistofdruk tussen de isolatieklep
(G) en de isolatievloeistofpomp (K) te
ontlasten, maakt u voorzichtig een van de
wartelfittingen los.
32
3A8462C