Het systeem
systeem spoelen
spoelen (systemen
Het
Het
systeem
spoelen
Om systemen met ingeschakelde kleurwisselfunctie
te spoelen, volgt u de stappen in:
spoelen (systemen met ingeschakelde kleurwissel),
page
35.
Aard de apparatuur en afvalcontainer altijd om
brand en ontploffingen te voorkomen. Spoel altijd
bij een zo laag mogelijke druk, om statische vonken
en letsel door opspattende vloeistof te voorkomen.
De onderdelen in het isolatiesysteem zijn in de
fabriek getest met vloeistof. Om te voorkomen dat
uw vloeistof wordt vervuild, moet het isolatiesysteem
voor het eerste gebruik worden gespoeld met een
compatibel spoelmiddel.
Spoel het systeem in de spoelmodus. In de
spoelmodus is de lucht naar het pistool afgesloten
en doseert het systeem alle vloeistof in de
vloeistofcilinder. Het systeem spoelen:
• Gebruik de Spoelmodus om eerst de verf uit het
systeem te laten.
• Ga daarna verder met een reinigingsvloeistof om
de isolatievloeistofpomp (K) volledig te vullen en
weer leeg te spoelen om deze te reinigen.
• Druk op de knop Niet vullen om het bijvullen te
stoppen:
3A8462C
(systemen zonder
zonder kleurwissel)
(systemen
zonder
Het systeem
kleurwissel)
kleurwissel)
1. Laat de pistooltrekker los, schakel de
trekkervergrendeling en schakel de elektrostatica
uit door de ES aan-uitschakelaar op de
achterzijde van de handgreep in de uitstand te
zetten.
2. Voer de
Procedure voor het ontladen van
vloeistofspanning en aarding, page 29
3. Voer de
Drukontlastingsprocedure, page 31
4. Sluit de verftoevoer naar de eenheid af.
5. Verwijder de luchtkap en de spuittip. Gebruik
de besturingsinterface om de vloeistofdruk aan
te passen naar de laagst mogelijke waarde om
spetteren te voorkomen.
6. Reinig de luchtkap en de spuittip zoals
aangegeven in de handleiding van het
spuitpistool.
7. Gebruik de besturingsinterface om het systeem
in stand-by te zetten. Wijzig de modus daarna
naar de spoelmodus:
8. Activeer het pistool in een geaarde metalen
emmer totdat er geen verf meer uit spuit.
Gebruik de laagst mogelijke druk om spatten te
voorkomen.
9. Voer een compatibele reinigingsvloeistof toe
naar het systeem.
10. Schakel de knop Niet vullen uit:
.
11. Het systeem vult bij tot de isolatievloeistofpomp
volledig vol is.
Houd de pistooltrekker ingedrukt tot de vloeistof
helder is. Als de pomp leeg is, komt er geen
vloeistof meer uit het pistool terwijl de pomp
bijvult. Houd de pistooltrekker ingedrukt terwijl
de pomp bijvult en het pistool zal verdergaan met
spoelen zodra de pomp gevuld is.
Betrieb
uit.
uit.
33