Installation
Aarding
Aarding
Aarding
De apparatuur moet worden geaard om het risico
op statische vonken en elektrische schokken te
beperken. Elektrische of statische vonken kunnen
tot gevolg hebben dat dampen ontbranden of
ontploffen. Een onjuiste aarding kan elektrische
schokken veroorzaken. Aard alle apparatuur,
het personeel, het te spuiten object en alle
elektrisch geleidende voorwerpen in of nabij het
werkgebied. De weerstand mag niet hoger zijn dan
1 megaohm. Aarding biedt de elektrische stroom
een ontsnappingsdraad.
Bij de bediening van het elektrostatische pistool
kunnen niet-geaarde objecten op de spuitlocatie
(zoals mensen, vaten, gereedschap, e.d.) elektrisch
geladen raken.
Hieronder zijn de minimale aardingsvereisten
vermeld voor een standaard elektrostatisch systeem.
Het kan zijn dat in uw systeem nog andere apparatuur
of objecten voorkomen, die dan ook geaard moeten
worden. Uw systeem moet worden geaard op
een echt aardingspunt. Controleer dagelijks de
aardaansluitingen. Bekijk de ter plaatse geldende
elektrische voorschriften voor gedetailleerde
aardingsinstructies.
Isolatiekast:
•
Sluit de hoofdaarddraad aan
op een goed aardpunt. Maak de interne
aarddraadverbindingen binnenin de kast
niet los en manipuleer ze niet. Voor meer
informatie zie
Probleemoplossing HydroShield-
spanning, page
80.
Na het systeem te aarden, controleer de weerstand
tussen de buitenkant van de isolatiekast en een
goed aardpunt. De weerstand moet minder zijn
dan 100 ohm.
Vloeistoftoevoer:
•
Aard de vloeistoftoevoer door
een aarddraad en klem te bevestigen. Raadpleeg
de installatiehandleiding van de vloeistoftoevoer
voor aardingsinstructies.
Voeding:
•
De voeding is geaard via de
voedingskabel naar een geaard stopcontact.
Spuitpistool:
•
Aard het pistool door de rode,
geaarde Graco-luchtslang (HG) aan te sluiten op
16
het pistool en de aarddraad van de luchtslang aan
te sluiten op een goed aardpunt.
Deze elektrostatische handmatige spuitapparatuur
kan gevaar inhouden indien ze niet wordt
gehanteerd overeenkomstig de informatie in
de instructiehandleiding van het spuitpistool.
Zie
Bijbehorende handleidingen, page 3
Slang voor vloeistof op waterbasis:
•
direct op de vloeistoftoevoer in het systeem zijn
aangesloten.
Te spuiten object:
•
Houd de ophanghaken van
werkstukken altijd schoon en zorg dat ze geaard
zijn.
Alle elektrisch geleidende voorwerpen of apparaten
•
in het spuitgebied:
Deze voorwerpen moeten
correct geaard zijn.
Vloeistof- en afvalcontainers:
•
vloeistoffenhouders en afvalcontainers in het
spuitgebied. Gebruik geen gevoerde emmers
tenzij ze geleidend en geaard zijn. Bij het spoelen
van het spuitpistool moet de houder waarin
overtollige vloeistof wordt opgevangen, elektrisch
geleidend en geaard zijn.
Luchtcompressors:
•
Aard de apparatuur volgens de
aanwijzingen van de fabrikant.
•
Alle luchtleidingen
moeten naar behoren geaard
zijn. Gebruik alleen geaarde slangen die samen
maximaal 30,5 m (100 ft) lang zijn om een
doorlopende aarding te garanderen.
De vloer van het spuitgebied:
•
geleidend en geaard zijn. Er mag geen karton of
.
de slang moet
Aard alle
Deze moet elektrisch
3A8462C