Inhoudsopgave
Advertenties
Instelmenu's
Kalibreren 2: 2: 2: Lucht
Lucht en
Kalibreren
Kalibreren
Lucht
Gebruik het scherm Kalibreren 2 om de
kalibratiewaarde van de lucht en de vloeistof aan te
passen. (De standaardwaarde is 1.000 mV.)
Kalibreer de lucht en de vloeistof:
• Wanneer de werkelijke lucht- of vloeistofdruk
niet overeenkomt met de doelwaarde op het
startscherm, terwijl dat wel zo zou moeten zijn.
Startscherm, page
49.
Zo moeten de doelwaarde en de werkelijke waarde
beide 0 zijn wanneer u lucht toevoert naar het
systeem en het systeem in de stand-bymodus
staat.
• Na het vervangen van de elektrische/pneumatische
regelaar (V2P) (415).
• Na het vervangen van de V2P-kabel.
Voer de stappen in
Kalibrierung von Luft und Flüssigkeit, page 62
Lucht: Huidige luchtdruk in millivolt (mV) voor
Lucht:
Lucht:
kalibratiedoeleinden.
Vloeistof:
Vloeistof: Huidige vloeistofdruk in mV voor
Vloeistof:
kalibratiedoeleinden.
Kalibrierung von
von Luft
Luft und
Kalibrierung
Kalibrierung
von
Luft
Vergewissern Sie sich vor der Kalibrierung von Luft
und Flüssigkeit, dass im System kein Luftdruck
anliegt.
1. Führen Sie das in
(V2P) regelaar vervangen, page 107
Nullsetzungsverfahren durch.
2. Wählen Sie im Kalibrierbildschirm 2 Luft:
3. Wählen Sie im Kalibrierbildschirm 2 Material:
Nehmen Sie das System wieder in Betrieb.
62
en vloeistof
vloeistof
en
vloeistof
und Flüssigkeit
Flüssigkeit
und
Flüssigkeit
Een elektrische/pneumatische
erläuterte
Kalibreren 3: 3: 3: Ontlaadweerstand
Kalibreren
Kalibreren
Gebruik het scherm Kalibreren 2 om de
kalibratiewaarde van de ontlaadweerstand aan te
passen. (Standaardwaarde is 10.000 Mohm.) Volg
de
Ableitungswiderstand kalibrieren, page
Wanneer u de waarde aanpast, wijzigt de
kV-weergave op het startscherm.
uit.
Ontlaadweerstand: De weerstand die wordt
Ontlaadweerstand:
Ontlaadweerstand:
gebruikt om het systeem geleidelijk te ontladen,
op voorwaarde dat er een aarding is wanneer het
systeem geladen is.
Note
Alle systemen zijn standaard ingesteld
op een waarde van 10.000 Mohm. Een
nieuwe ontlaadweerstand toont de precieze
systeemspanning.
Ableitungswiderstand
Ableitungswiderstand kalibrieren
Ableitungswiderstand
1. Bei aus dem System entferntem
Ableitungswiderstand (24) messen Sie
den Widerstand über den Ableitungswiderstand.
Siehe
2. Geben Sie über das Tastenfeld einen neuen
Wert ein. Es sind nur Werte zwischen 9.000 und
11.000 Mohm zulässig.
3. Bauen Sie den Ableitungswiderstand wieder in
das System ein.
4. Schließen Sie den Draht vom Materialdruckregler
(21) wieder an den Ableitungswiderstand (24)
und den Ableitungswiderstand am Erdungsstab
(18) an.
5. Achten Sie darauf, dass der Draht aus der
Oberseite des Ableitungswiderstands wieder in
die kV-Platine (428) in der Elektronik-Konsole
gesteckt wird.
6. Nachdem die erneute Montage abgeschlossen
ist, prüfen Sie die Kontinuität zwischen
dem Flüssigkeitsdruckregler, dem
Ableitungswiderstand und dem Erdungsstab.
Ontlaadweerstand
Ontlaadweerstand
kalibrieren
kalibrieren
Ontlaadweerstand controleren, page
62.
73.
3A8462C
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
