Betrieb
3. Als u de pistooltrekker loslaat en de vertragingstijd
van de aardingsstang is verstreken, zakt de
aardingsstang (N) in de isolatiekast en ontlaadt
het systeem. Controleer op het bedrijfsscherm
van de besturingsinterface om te controleren dat
het systeem ontladen is:
a. Controleer of de statusindicator
Aardingsstang het aardingssymbool
weergeeft. Zie
b. Controleer of het spanningsniveau op
de besturingsinterface 0 kV aangeeft.
Zie
Menugebruik, page 49
c. Maak met de elektrode van het pistool even
contact met de geaarde stang (R).
Opmerking:
Opmerking: Voer de volgende stappen uit
Opmerking:
wanneer u onderhoud moet plegen in de
isolatiekast:
30
Menugebruik, page
49.
.
4. Druk op de Stop-toets
besturingsinterface om het systeem uit te
schakelen (modus Uit).
5. Wacht een minuut voordat u de isolatiekast
opent. Gebruik een platte schroevendraaier om
kast te openen.
6. Gebruik de handmatige aardingsstang (R) om
alle spanning in de kast af te voeren voordat u
onderdelen aanraakt. Neem de aardingsstang
(R) en raak hiermee alle belangrijke onderdelen
in de kast aan. Raak met de stang bijvoorbeeld
de isolatievloeistofpomp (K), de Merkur
AA-vloeistofpomp (L) en de isolatieklep (G) aan
voordat u de systeemonderdelen met uw handen
aanraakt.
op de
3A8462C