Inhoudsopgave
Advertenties
Menugebruik
Gebeurtenissenscherm
Gebeurtenissenscherm
Gebeurtenissenscherm
Gebruik het scherm Gebeurtenissen om de laatste 99
statusberichten van het isolatiesysteem te bekijken.
Klik rechts op het scherm op de pijl omhoog of
omlaag om door de berichten te scrollen.
Bij elke berichtregel worden de datum, tijd en
statuscode vermeld. Zie
54
Foutcodes, page 83
.
Statusschermen
Statusschermen
Statusschermen
Het statusscherm geeft een samenvatting van
de invoersignalen die het systeem monitort en
de spoelen die de systeemactiviteit aansturen.
De schermen dienen voor informatie en
probleemoplossing.
Statusscherm 1 1 1
Statusscherm
Statusscherm
Het statusscherm geeft een samenvatting van
de invoersignalen die het systeem monitort en
de spoelen die de systeemactiviteit aansturen.
De statusschermen dienen voor informatie en
probleemoplossing.
Ingangen
Ingangen
Ingangen
Ingangen zijn de signalen waarmee het systeem
werkt. Als de statuscirkel naast de ingang geel is,
is de sensor geactiveerd.
• Systeemstop:
Systeemstop: Lucht
Systeemstop:
Lucht De externe pneumatische
Lucht
invoer die het systeem aangeeft om te stoppen.
Deze invoer is alleen beschikbaar wanneer
de optionele pneumatische invoerset 26B424
voor de systeemstop is geïnstalleerd. Om deze
te installeren, zie
De optionele pneumatische
invoerset voor de systeemstop installeren, page
Systeemstop: Digitaal:
Digitaal: De externe elektrische
• Systeemstop:
Systeemstop:
Digitaal:
invoer die het systeem aangeeft om te stoppen.
Deze invoer is enkel beschikbaar wanneer de
optionele optocouplerset 24Z226 geïnstalleerd
is. Om deze te installeren, zie
systeemstatusuitvoer installeren, page
• Inlaatlucht:
Inlaatlucht: Geeft aan dat de minimale luchtdruk
Inlaatlucht:
van 0,5 MPa (4,8 bar, 70 psi) gedetecteerd is.
• Shuttle
Shuttle boven:
Shuttle
boven: De sensor die aangeeft dat de
boven:
isolatieklep zich in de bovenste positie bevindt.
• Shuttle
Shuttle onder:
Shuttle
onder:
onder: De sensor die aangeeft dat de
isolatieklep zich in de onderste positie bevindt.
Pistoolspoelkast: De sensor die aangeeft dat de
• Pistoolspoelkast:
Pistoolspoelkast:
pistoolspoelkast gesloten is. (De pistoolspoelkast
is een toebehoren dat het systeem en pistool
automatisch reinigt en spoelt.)
Trekker vloeistof:
vloeistof: De schakelaar t.b.v. de
• Trekker
Trekker
vloeistof:
luchtstroom die aangeeft dat het pistool
geactiveerd is.
25.
De optionele
26.
3A8462C
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
