Inbedrijfname
9.5.2.
Wegschakelmechanisme controleren
9.6.
Potentiometer instellen
Informatie
34
4.
Zonder schijfje mechanische standaanwijzing:
beschermdop [1] en O-ring [2] of beschermkap voor de beschermbuis [4]
uitdraaien en draairichting van de holle as [3] of de spindel [5] observeren.
De draairichting is in orde, als de aandrijving in de richting DICHT beweegt
en de holle as of de spindel met de wijzers van de klok mee draait.
Afbeelding 27: Holle as / spindel
[1]
Beschermdop
[2]
O-ring
[3]
Holle as
[4]
Beschermkap voor beschermbuis
[5]
Spindel
[6]
Beschermbuis
1.
Aandrijving handmatig in de beide eindstanden van de afsluiter brengen.
Het wegschakelmechanisme is juist ingesteld, als:
-
schakelaar WSR in eindstand DICHT schakelt
-
schakelaar WÖL in eindstand OPEN schakelt
-
die schakelaars na het terugdraaien van het handwiel de contacten weer
vrijgeven.
2.
Indien de eindstanden verkeerd zijn ingesteld: wegschakelmechanisme opnieuw
instellen.
3.
Indien de eindstanden juist zijn ingesteld en geen opties (zoals bijv.
potentiometer, standmelder) aanwezig zijn: schakelruimte sluiten.
— Optie —
De potentiometer functioneert als stelwegsensor en strekt tot vaststelling van de
stand van de afsluiter.
Doordat het tandwielkastje niet traploos functioneert, wordt niet altijd de totale
weerstand/slag in aanspraak genomen. Derhalve dient in een externe mogelijkheid
tot afregelen (instelpotentiometer) te worden voorzien.
SAEx 07.2 – SAEx 16.2 / SAREx 07.2 – SAREx 16.2