Hoofdstuk 7
ONDERHOUD
Preventief onderhoud
Wij raden aan een algehele inspectie van het apparaat uit te voeren na de eerste installatie
gevolgd door jaarlijkse inspecties door een bevoegde onderhoudsmonteur. Als u fouten vindt
tijdens de inspecties ga dan naar het hoofdstuk Correctief onderhoud voor informatie over het
corrigeren van fouten.
Controleer of de volgende onderdelen en functies van het apparaat correct werken:
•
Röntgengenerator.
•
Wandbevestiging framework.
•
De scharnierarm is niet versleten of beschadigd en is stabiel in alle posities.
•
Timer/regeleenheid en elektrische installatie.
•
Bundel en mA.
•
Er zijn geen olielekkages.
•
Leesbaarheid van labels.
•
Geen schade aan kabels en kappen.
•
Röntgenstartfunctie.
BELANGRIJK
Wij raden aan een jaarlijkse elektrische, mechanische en dosimetrische
inspectie van het apparaat te laten uitvoeren door een bevoegde
onderhoudsmonteur die door uw vertegenwoordiger wordt geregeld.
Bedien het apparaat NIET als u merkt dat het hele apparaat niet goed werkt.
Ga voor meer informatie over de onderhoudscontroles naar de gebruikershandleiding bij de
CS 2100 (SM759_nl).
CS 2100 Installatie- en onderhoudshandleiding (SM760_nl)_Ed 06
7–1