vervolgens grondig door.
Voer een dichtheidscontrole uit.
Aansluiting van een circulatieleiding
Door de warmteverliezen van de
circulatieleiding en het elektrische
energieverbruik van de circulatiepomp daalt
het rendement van de installatie. Indien
mogelijk dient u van de circulatieleiding af
te zien. Indien dit niet mogelijk is, dient de
circulatiepomp bij de constructie thermisch en
qua tijd te worden geregeld.
De circulatieleiding dient door middel van een
T-stuk in de koudwateraanvoer rechtstreeks
aan het apparaat te worden gekoppeld.
2.10.4.6 Elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting moet bij het
verantwoordelijke energiebedrijf aangemeld
worden. De aansluitwerkzaamheden
mogen alleen door een erkende installateur
overeenkomstig deze instructies uitgevoerd
worden!
Het toestel voor het begin van de
werkzaamheden op de schakelkast
spanningsvrij schakelen.
Neem VDE 0100 en de voorschriften van het
plaatselijke energiebedrijf in acht.
Het toestel moet m.b.v. een extra voorziening
over een minimale afstand van 3 mm alpolig
van het net kunnen worden losgekoppeld.
Hiervoor kunnen veiligheidsschakelaars,
functieschakelaars, zekeringen etc. gebruikt
worden, die aan de installatiezijde aangebracht
moeten worden.
De aansluitklemmen bevinden zich in de
schakelkast van het toestel (afb. 15, blz. 26),
achter de onderste kap aan de voorkant.
Alle aansluitleidingen en de voelerleidingen
moeten door de speciale doorvoeren in de
achterwand geleid worden (pos. 1 in afb. 9).
De compressor mag uitsluitend in
één draairichting lopen. Wanneer bij
het starten van de compressor op het dis-
play van de WPMi de storingsmelding Geen
vermogen verschijnt, dient u de richting van
het draaiveld te wijzigen door twee fasen
te verwisselen.
Nadat alle electrische verbindingen zijn
gemaakt, kan de aansluitstrip (X3) afgedekt en
verzekerd worden (Afb. 15).
Aansluitvermogen van de bijverwarming,
Voor een acceptabel warmwatercomfort
dient de aanvullende verwarming te worden
aangesloten!
Op de sticker onder het typeplaatje moet het
hokje van het betreffende
vermogen worden gemarkeerd.
2.10.5.10 Voelermontage
De temperatuurvoelers zijn van beslissende
invloed op het functioneren van de
verwarmingsinstallatie. Daarom dient er op
een correcte zitting en goede isolering van de
voelers gelet te worden.
Buitenvoeler AFS 2 (in de extra
verpakking)
Breng de buitenvoeler
op een noordelijke of
noordoostelijke wand aan.
Minimale afstanden: 2,5 m
van de grond, 1 m zijwaarts
van ramen en deuren. De
buitentemperatuurvoeler
dient weerbestendig,
onbeschermd en niet boven ramen, deuren
en luchtkokers aangebracht en niet direct aan
zonlicht blootgesteld te worden.
De buitentemperatuurvoeler dient op de
klem X2/6(T (A)) en het Groundklemblok
X26 van de WPC aangesloten te worden.
Montage:
Deksel verwijderen, onderste gedeelte met
meegeleverde schroef bevestigen, leiding
inbrengen en aansluiten, deksel plaatsen en
hoorbaar inklikken.
Aanlegvoeler AVF 6 (bestelnr.: 165341)
Deze voeler is
nodig bij het gebruik
van een tweede
warmtebron of van
een mengcircuit.
Montageaanwijzing:
buis goed
schoonmaken,
warmtegeleidingspasta
aanbrengen. Voeler
met spanband
bevestigen.
Weerstandswaarden PTC voeler
De in de warmtepomp ingebouwde
voelers (retour-, aanvoer- en
brontemperatuurvoelers), de buitenvoeler
AFS 2, de aanlegvoeler AVF 6 en de PTC-
dompelvoeler TF 6A hebben allemaal dezelfde
weerstandswaarden.
Temperatuur in ° C
Weerstand
– 20
– 10
0
10
20
25
30
40
50
60
70
80
90
100
Afstandsbediening FE 7 (bestelnr.: 185579)
Aansluittekening
FE7/1
Groud/voeler
Met de afstandsbediening FE7 kan de inge-
stelde ruimtetemperatuur voor verwarmings-
circuit 1 of verwarmingscircuit 2 uitsluitend in
de automatische modus met ± 5 °C worden
veranderd. Bovendien kan de bedrijfstoestand
worden gewijzigd.
De aansluiting wordt gemaakt via de klemmen:
Fernb.1 en Fernb. 3 aan de klemstrook X2 en
aan de aardstrip X 26 van de WPC ...Cool.
De afstandsbediening bestaat uit de volgende
bedieningssystemen:
een draaischakelaar voor de wijziging van
de ingestelde ruimtetemperatuur
een draaischakelaar met de volgende
standen:
De afstandsbediening werkt uitsluitend in de
automatische modus van de WPMi.
Afstandsbediening FEK (bestelnr.: 220193)
Bij de WPC ... cool is bij het koelen van
grote oppervlaktes, bijv. vloeren en,
wanden is de FEK absoluut noodzake-
lijk. Deze berekent behalve de ruimtetempe-
ratuur tevens de dauwpunttemperatuur om
de vorming van condenswater tegen te gaan.
Unterteil mit Anschlussklemmen
Unterteil mit Anschlussklemmen
in Ω
Met de afstandsbediening FEK kan
1367
de bedrijfstoestand en de ingestelde
1495
ruimtetemperatuur voor verwarmingscircuit 1
1630
of verwarmingscircuit 2 met ± 5 °C worden
1772
veranderd.
1922
De afstandsbediening dient op de klemmen H,
2000
L, I en + op aansluitklem X2 van de WPC...
2080
cool te worden aangesloten.
2245
De FEK heeft de volgende bedieningselemen-
2417
ten
2597
een draaischakelaar voor de instelling
2785
van de ruimtetemperatuur:
2980
een toets met de standen
3182
3392
FE7/3
Automatische modus
Continue nachtverlagingsfunctie
Continue daginstelling
1 2 3 4 5 6
H L
+
Automatische functie
Constante nachtverlaging
Constante dagfunctie
25