2.8 Voorschriften en bepalingen
Water:
DIN 4751 blz. 1 en 2: Veiligheidstechnische
uitrusting van warmwaterverwarmingen.
DIN 1988: Technische regels voor
drinkwaterinstallaties.
TRD 721: Veiligheidsvoorzieningen tegen
drukoverschrijding - veiligheidsventielen.
Elektrisch:
NEN 1010: Bepalingen voor het installeren
van sterkstroominstallaties met nominale
spanning van max. 1000 V.
VDE 0701: Bepalingen voor het repareren,
wijzigen en testen van gebruikte elektrische
apparaten.
DIN-EN 60335 Teil 2-40
TAB: Technische aansluitvoorwaarden voor
aansluiting op het laagspanningsnet.
Koelmiddel:
EN 378: Veiligheidstechnische en
milieutechnische voorwaarden.
DIN 7003 in ontwerp.
Algemeen:
Combinatie van technische eisen aan
stookruimten, b.v. richtlijnen voor
stookruimten, nationale en lokale
bouwvoorschriften, industriële en brandweer-
en politievoorschriften en voorschriften voor
de uitstoot van gevaarlijke stoffen.
„TA-Lärm": Technische richtlijn ter
bescherming tegen geluidsoverlast.
2.9 Onderhoud en reiniging
Uitsluitend bestemd voor de installateur.
Voorafgaand aan alle
onderhoudswerkzaamheden moeten
de ingebouwde elektrische onderdelen
volledig worden uitgeschakeld.
Stel het veiligheidsventiel regelmatig
in werking totdat al het water eruit is
gelopen. Sluit het veiligheidsventiel na
controle.
De warmtepomp werkt volautomatisch en
heeft geen speciaal onderhoud nodig.
Indien energiemeters zijn ingebouwd,
moeten de zich daarin bevindende filters,
die gemakkelijk verstopt raken, regelmatig
worden gereinigd.
Bij storingen in de werking van de
warmtepomp (b.v. activering van de HD-
beveiliging) ten gevolge van afzettingen
van corrosieproducten (roestmodder)
in de condensor, dient de storingsdienst
te worden geraadpleegd; deze kan de
afzettingen chemisch verwijderen met
behulp van geschikte oplosmiddelen.
Verdere aanwijzingen voor het
apparaat:
Reinigen en ontkalken
Als de flensplaat is verwijderd, kan
het reservoir via de inspectieopening
worden gereinigd. Gebruik geen
ontkalkingspomp en behandel de
emaillaag en beschermingsanode niet met
ontkalkingsmiddelen.
Reservoir aftappen:
– Sluit de afsluiter in de toevoerleiding
voor koud water
– Draai de warmwaterkranen van alle
aftappunten helemaal open.
– Het aftappen geschiedt via de
aftapkraan. In het onderste deel van het
reservoir blijft een restant water achter.
Tijdens het aftappen kan er warm
water uitkomen.
Uitwisselen van de anode.
Anode controleren en evt. vervangen
indien het rode lampje op het
bedieningspaneeltje brandt.
Anode niet verwisselen. ! Abb. 3
Signaalanode (37) met boring t.b.v. de
drukschakelaar (38) best. nr: 264864
Bij het vervangen van de signaalanode, is
het belangrijk , dat deze drukschakelaar
waterdicht gemonteerd wordt.
anode (39) zonder boring best.nr: 264984
2.10 Montage
2.10.1 Transport
Voor bescherming van het apparaat dient het
loodrecht in de verpakking te worden ge-
transporteerd. Bij beperkte transportmogeli-
jkheden mag het toestel ruggelings onder een
hoek van tenminste 45° worden vervoerd. In
de achter het apparaat aangebrachte zijplaten
kan als transporthulp een stang worden ge-
stoken (afb. 9). Opslag en transport bij tempe-
raturen lager dan -20°C en hoger dan +50°C
zijn niet toegestaan.
2.10.2
Opstelling
De warmtepomp is geschikt voor alle
ruimtes m.u.v. de z.g. vochtige ruimtes.
1. Draai de vier schroeven uit de
wegwerppallet los.
2. Verwijder de schijven.
3. Voordat het toestel van de palet wordt
genomen moet men de voetjes uit de
bijgeleverde verpakking halen en volledig in
het toestel draaien.
4. Toestel van de palet halen en plaatsen.
Voor het gemak kan men hiervoor gebruik
maken van de bijverpakte glijschoentjes. (4).
5. Transportsteunen verwijderen.
6. Toestel waterpas opstellen met behulp van
de draaibare voetjes.
Na de opstelling van de warmtepomp
moet men de aansluitingen van de
solepomp nakijken op lekkage en eventueel
aandraaien
Condities op de plaats van opstelling
controleren
De ruimte waarin das Gerät geïnstalleerd
dient te worden, moet aan de volgende
voorwaarden voldoen:
Vorstvrij.
1
2
1
Aansluiting voor elektr.
leidingen
2 Transporthulpmiddelen
3 Toestelvoetje
4 glijschoentje
Abb. 9
Estrikvloer en
contactgeluidsisolatie
uitsparen
1 2
1
Contactgeluidsisolatie
2
Zwevende estrikvloer
Afb. 10
Voldoende stevige vloer (zie voor
het gewicht van de Gerät met gevuld
wamwaterreservoir de technische
gegevens).
Horizontale, vlakke en vaste vloer.
3
4
21