[WINS-resolutie]
[Uit], [Aan]
[ARP/PING]
[Uit], [Aan]
[FTP-afdruk]: [Uit], [Aan]
[FTP]
[FTP instellingen]: [Uit],
[Aan]
[LPD-afdruk]
[Uit], [Aan]
[RAW-afdruk]
[Uit], [Aan]
[IPP-afdruk]
[Uit], [Aan]
[WSD afdruk]: [Uit], [Aan]
[WSD bladeren]
[WSD]
[Aan]
[Multicast Discovery]:
[Uit], [Aan]
[HTTP]
[Uit], [Aan]
[Proxy]: [Uit], [Aan]
[Serveradres]
[Poortnummer]
tot 65535
*
Geef de volgende instellingen op vanuit de Externe UI.
Bij instelling op [Aan], kunt u de instellingen van het IP-adres
wijzigen van de client met behulp van de opdracht ARP/PING.
Bij instelling op [Aan], heeft u toegang tot de FTP-server
van de printer met behulp van de FTP-client en bestanden
afdrukken.
Als u de instellingen wilt uitvoeren met FTP-client, stel dan
[FTP instellingen] in op [Aan].
*
Geef de instellingen voor [FTP afdruk gebruikersnaam]
en [Wachtwoord] op vanuit de Externe UI.
Geef [Aan] op als u afdrukken via LPD wilt gebruiken.
*
Geef de instelling op voor [Print LPD bannerpagina] op
vanuit de Externe UI.
Geef [Aan] op als u afdrukken met RAW wilt gebruiken.
*
Geef de instelling op voor [Gebruik bidirectionele
communicatie] op vanuit de Externe UI.
Geef [Aan] op als u afdrukken met IPP wilt gebruiken.
*
Geef de instelling voor [IPP-authentificatie],
[Gebruikersnaam] en [Wachtwoord] op vanuit de Externe
UI.
Als u afdrukken via WSD wilt gebruiken, stelt u [WSD afdruk] in
op [Aan], en geeft u de volgende instellingen op.
Wilt u afdrukinformatie krijgen via WSD, zet [WSD
*
bladeren] dan op [Aan]. Zet u [WSD afdruk] op aan [Aan],
: [Uit],
dan wordt [WSD bladeren] niet weergegeven. ([WSD
bladeren] staan vast op [Aan].)
Als u wilt dat de printer reageert op verzoeken van
multicastherkenning, stelt u [Multicast Discovery] in op
[Aan].
Bij instelling op [Aan], is de printer toegankelijk via HTTP.
Als dit is ingesteld op [Uit], verschijnt de melding waardoor
u de Externe UI niet meer kunt gebruiken en IPP afdrukken
niet kunt uitvoeren.
Geef [Aan] op als u de proxyfunctie wilt gebruiken.
Voer het proxyserveradres in dat moet worden gebruikt voor de
*
: -
proxyfunctie.
Voer het poortnummer van de proxyserver in die moet worden
*
: 1 tot 80
gebruikt voor de proxyfunctie. U kunt opgeven tussen [1] en
[65535].
[WINS-serveradres]
[Bereik ID]
[SMB-servernaam]
[SMB-werkgroepnaam]
"De protocolinstellingen configureren"
"De protocolinstellingen configureren"
"De protocolinstellingen configureren"
"De protocolinstellingen configureren"
"De protocolinstellingen configureren"