2
Selecteer [TCP/IP-instell.] met [
3
Selecteer [IPv4-instellingen] met [
4
Stel in op [IPv4].
(1): Nadat u [IPv4] heeft gekozen met behulp van [
(2): Nadat u [Aan] heeft gekozen met behulp van [
5
Selecteer de methode voor het instellen van het IP-adres.
(1): Selecteer [IP modus] met [
(2): Selecteer een methode voor het instellen van het IP-adres met [
[Automatisch]:
[Handmatig]:
6
Configureer het IP-adres.
Als u [Automatisch] hebt geselecteerd in stap 5
Als u [Handmatig] hebt geselecteerd in stap 5
Als u [Automatisch] hebt geselecteerd in stap 5
1. Selecteer [Protocol] met [
2. Selecteer [Aan] voor de optie die moet worden gebruikt bij het instellen van het IP-adres.
[Gebruik DHCP]:
[Gebruik BOOTP]:
[Gebruik RARP]:
OPMERKING
Wanneer u DHCP, BOOTP of RARP gebruikt
U kunt alleen RARP, BOOTP of DHCP selecteren. Een van de volgende kan worden gebruikt: DHCP,
BOOTP of RARP. Als er een instelling op[Aan] staat, staan de andere twee automatisch op [Uit].
Omdat het vaststellen of DHCP, BOOTP en RARP beschikbaar zijn ongeveer twee minuten kan duren,
is het raadzaam om de protocollen die niet worden gebruikt in te stellen op [Uit].
] en [
] en druk dan op [OK].
] en [
] en druk dan op [OK].
] of [
] of [
] en [
] en druk dan op [OK].
Selecteer deze optie wanneer u het IP-adres instelt met DHCP, BOOTP of RARP.
Selecteer deze optie wanneer u het IP-adres rechtstreeks op de printer opgeeft.
] en [
] en druk op [OK].
Hiermee wordt een IP-adres opgehaald via DHCP. (De DHCP-server moet actief
zijn.)
Hiermee wordt een IP-adres opgehaald via BOOTP. (De BOOTP-daemon moet
actief zijn.)
Hiermee wordt een IP-adres opgehaald via RARP. (De RARP-daemon moet actief
zijn.)
], drukt u op [OK].
], drukt u op [OK].
] en [
] en druk op [OK].