Inhoudsopgave
Advertenties
[Kopieën]
[Papierformaat]
[Papiersoort]
[Afbeeldingsoriëntatie]
[Afdrukpositie]
[Zoom]
[Afdrukbereik
vergroten]
[Dubbelzijdig
afdrukken]
[Plaats inbinden]
[Toon
waarschuwingen]
8
Klik op [Start afdrukken].
Blijf niet klikken op [Start afdrukken] terwijl het bestand wordt overgebracht. Soms duurt het even voordat een bestand
is verstuurd, maar als u blijft klikken tijdens de overdracht dan kan er een storing ontstaan waardoor het onmogelijk
wordt om het bestand over te dragen.
Geef het aantal af te drukken exemplaren op.
Geef het af te drukken papierfromaat op.
Geef het af te drukken papiertype op.
Selecteer de richting van de beelden uit [Automatisch], [Verticaal] of [Horizontaal].
Stel de plaats van de beelden in op [Automatisch], [Midden] of [Boven links]. Als
[Automatisch] is geselecteerd en als de afdruklocatie is gespecificeerd in de TIFF-
formaatdata, dan wordt er afgedrukt op de gespecificeerde locatie. Als er geen afdruklocatie is
ingesteld, wordt er gecentreerd afgedrukt. Omdat de afdruklocatie niet gespecificeerd is in
JPEG-formaat, wordt er gecentreerd afgedrukt als [Automatisch] geselecteerd is.
Specificeer of de afdruk moet worden vergroot of verkleind. Bij instelling op [Automatisch],
wordt het automatisch bijgesteld en aangepast aan het effectieve afdrukgebied van het
papierformaat en hierop wordt afgedrukt.
Geef op of het afdrukgebied moet worden uitgebreid en druk af.
Afhankelijk van het document dat moet worden afgedrukt, wordt een deel van de
papierranden wellicht niet afgedrukt.
Als dit is ingesteld, wordt er dubbelzijdig afgedrukt.
Stel de inbindpositie in aan de lange zijde van het papier (long-edged binding) of aan de korte
zijde van het papier (short-edged binding).
Als inbinden wordt ingesteld aan de printerzijde, dan wordt de positie van de "rugmarge"
automatisch afgesteld aan de voor- en achterzijden van het papier.
U kunt een taakverwerkingsmethode selecteren als er een fout van de Imaging-functie
gedetecteerd wordt.
Bij instelling op [Afdrukken] wordt tegelijkertijd de foutbeschrijvingslijst afgedrukt.
[Afdrukken] De foutbeschrijving wordt afgedrukt op het papier en de taak wordt
beëindigd.
[Paneel]
De foutmelding wordt weergegeven op het display van de printer en het
afdrukken stopt.
[Uit]
Zelfs als er een fout optreedt en er wordt niets weergegeven, wordt de taak
beëindigd.
Advertenties
Inhoudsopgave
