4
Voer het administratorwachtwoord in en druk vervolgens op de [ENTER]-toets op het toetsenbord.
Het standaardwachtwoord is "7654321".
5
Typ "cd config" en druk op [ENTER] op het toetsenbord.
6
Typ "get CONFIG <de bestandsnaam>" en druk op [ENTER] op het toetsenbord.
Voer "CONFIG" in, helemaal in hoofdletters.
Het configuratiebestand wordt gedownload.
De voor <de bestandsnaam> ingevoerde tekens vormen de naam van het gedownloade bestand.
Als u het configuratiebestand niet kunt vinden
Gebruik de zoekfunctie van uw besturingssysteem om naar het configuratiebestand te zoeken.
(De downloadmap van het configuratiebestand verschilt afhankelijk van het besturingssysteem of de instellingen.)
7
Bewerk het configuratiebestand in Kladblok of een vergelijkbare teksteditor.
Zie "Netwerkinstellingen" voor meer informatie over elke optie.
8
Typ "put <de bestandsnaam> CONFIG" en druk op [ENTER] op het toetsenbord.
Voer "CONFIG" in, helemaal in hoofdletters.
Het gewijzigde configuratiebestand wordt geupload.
Geef bij <de bestandsnaam> de bestandsnaam op die u bij het downloaden van het configuratiebestand hebt
ingevoerd.
9
Typ "get reset" en druk op [ENTER] op het toetsenbord.
Wanneer de printer opnieuw is opgestart, zullen de instellingen zijn ingeschakeld.
Druk nadat u hebt gecontroleerd dat de printer opnieuw is opgestart, op de toets [c] terwijl u de toets [Ctrl] ingedrukt
houdt en keer terug naar de opdrachtprompt van ftp.
10
Typ "quit" en druk op [ENTER] op het toetsenbord.