Als de SSL versleutelde communicatiefunctie niet wordt gebruikt, dan kan dit item niet met behulp
van de Externe UI worden ingesteld. Schakel de SSL versleutelde communicatiefunctie in of stel
in van het bedieningspaneel met de volgende procedure.
a. Druk op [
stel [SNMP v. 3] in op [Aan].
b. Stel ieder wachtwoord in met behulp van [Wachtw.authentific.] van [Gebruikersinstell. 1]
tot en met [Gebruikersinstell. 5].
Zie "Beveiligingsinstellingen" voor meer informatie over de SSL versleutelde communicatiefunctie.
7. Stel een versleuteld wachtwoord in als [Beveiligingsinstellingen] zijn ingesteld op [Authentificatie
Ja/Versleuteling Ja].
Stel [Versleuteling algoritme] in op [DES] of [AES].
[Wachtwoordversleuteling]: Voer het wachtwoord in dat moet worden gebruikt voor de
[Bevestigen]:
Als de SSL versleutelde communicatiefunctie niet wordt gebruikt, dan kan dit item niet met behulp
van de Externe UI worden ingesteld. Schakel de SSL versleutelde communicatiefunctie in of stel
,QVWHOOLQJHQ VHOHFWHHU >1HWZHUN@
] (
versleutelingsfunctie van de versleutelingsalgoritme. U kunt 6 tot 16
alfanumerieke tekens invoeren.
Voer ter bevestiging nogmaals het [Wachtwoordversleuteling] in.
>6103 Y LQVWHOO@ HQ